Armenië (1): “Da’s toch dat land met al die bunkers?”
Echt gebeurd: bij het aankondigen van mijn reis naar Armenië herinnerden enkele vrienden en bekenden zich de duizenden bunkers uit de Koude Oorlog die daar zouden staan. De dictator Enver Hoxha kwam ook ter sprake en een enkeling dacht het land op de kaart aan te kunnen wijzen: “Armenië, dat ligt ergens in het voormalige Oostblok toch? In de buurt van Macedonië?”
Op zich is de vergissing begrijpelijk: zowel Albanië als Armenië liggen ten opzichte van Nederland ergens in het oosten, beginnen allebei met een A en eindigen met een e-met-trema. Beiden maakten deel uit van het communistische blok onder leiding van de Sovjet-Unie.
Maar voor de duidelijkheid: Enver Hoxha en z’n bunkers horen bij Albanië. Dat land ligt ten noordwesten van Griekenland en maakte ooit deel uit van Joegoslavië.
Armenië daarentegen, bevindt zich in de zuidelijke Kaukasus. Het ligt samen met Georgië en Azerbeidzjan ingeklemd tussen Rusland, Iran en Turkije. Het land heeft zo’n drie miljoen inwoners en is sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie een democratische republiek met horten-en-stoten.
Het is een oud land, of in elk geval een oud volk. De grenzen zijn in de loop der eeuwen telkens verschoven met het komen en gaan van nieuwe veroveraars. De tegenwoordige staat Armenië is eigenlijk maar een klein gedeelte van het oorspronkelijke thuisland, dat grotendeels in het huidige Turkije ligt. Met die grote buur hebben de Armeniërs een ronduit slechte verhouding, om redenen die ik later nog uitleg.
Armeense diaspora
Ook al is het land bij velen onbekend, de meeste mensen kennen vaak wél beroemdheden van Armeense komaf. Dan gaat het over het algemeen om personen of hun ouders die als immigrant naar het westen zijn gekomen: de Franse zanger Charles Aznavour, tennisser Andre Agassi, zangeres Cher en socialite Kim Kardashian.
Aznavour was ten tijde van mijn bezoek overigens net overleden, je kon geen straat inslaan of je zag zijn beeltenis. Er lagen kransen bij het Maison Charles Aznavour en één van de hotels waar ik verbleef, gebruikte de achternaam van de beroemde zanger als wifi-wachtwoord.
Volgens het altijd betrouwbare Wikipedia wonen zo’n 11 miljoen Armeniërs buiten Armenië. Ze zitten met name in Rusland en de Verenigde Staten, maar ook in bijvoorbeeld Oekraïne, Libanon, Iran en Argentinië. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie waar Armenië deel van uitmaakte, bracht een bloedige oorlog met buurland Azerbeidzjan een grote migratiestroom op gang.
Een andere belangrijke reden waarom de Armeense diaspora zo groot is, is de genocide van 1915. Die kostte aan zo’n 1,5 miljoen Armeniërs het leven en zorgde voor een uittocht van vluchtelingen uit gebieden in handen van het toenmalige Ottomaanse rijk.
Ik besteed in een latere blogpost uitgebreid aandacht aan de genocide, want als bezoeker aan Armenië ontkom je niet aan dit onderwerp. Het zit diep in het collectieve bewustzijn gegrift. Het is in elk geval de belangrijkste reden voor de slechte relatie met buurland Turkije, de opvolgersstaat van het Ottomaanse rijk die voor de genocide verantwoordelijk wordt gehouden.
De Armeniërs in het buitenland vormen een kapitaalkrachtige groep die zijn stempel drukt op het land van herkomst. Zo is het grootste wijnhuis van Armenië in handen van de Armeense Argentijn Eduardo Eurnekian die ook het vliegveld van hoofdstad Jerevan in bezit heeft en een luxueus hotel in het centrum van die stad.
Armenië = ‘Hayastan’
Armenië was in de klassieke oudheid een zelfstandig koninkrijk met de naam Urartu. Die bestond uit drie stammen, waarvan de ‘Armen’ er één waren. De oude Grieken maakten kennis met deze stam en gebruikten hun naam voor het héle volk. Zo ontstond de naam Armenië. Zelf noemen de Armeniërs hun land Hayastan en zichzelf Hayk. Het achtervoegsel -stan komt uit het Perzisch en betekent ‘land van’. Het land van de Hayk dus.
Het machtscentrum van het oude Urartu lag rond het Vanmeer in het tegenwoordige Turkije, maar er waren meer belangrijke steden: één daarvan is Erebuni, de huidige hoofdstad Jerevan. De stad vierde tijdens mijn aanwezigheid het 2800-jarig bestaan. ‘Ouder dan Rome’, snoeven ze in Armenië.
Buitenlandse overheersing
Meerdere keren is Armenië een onafhankelijk koninkrijk geweest, zoals onder het vorstenhuis van de Artaxiden dat in de eerste eeuw voor Christus zijn hoogtepunt kende. Vele eeuwen later, in de vroege middeleeuwen, deden de zogeheten Bagratiden dat succes nog eens dunnetjes over door zich via oorlog, slimme huwelijksverbonden en machtspolitiek te ontworstelen aan buitenlandse overheersing.
Daartussen en daarna was er om Armenië vaak getouwtrek tussen de Romeinen en de Perzen en later de Byzantijnen en de Arabieren. In de tijd van het Turkse Ottomaanse rijk was er geen zelfstandige Armeense staat: Armeniërs waren een omvangrijke minderheid in dit rijk en drukten hun stempel op de politiek, cultuur en wetenschap. Ze waren net als Grieken en andere christenen tweederangsburgers maar leefden in redelijke autonomie.
Van de oude hoofdsteden Artaxata en Dvin is weinig meer over dan archeologische vindplaatsen. De resten van de vroegmiddeleeuwse hoofdstad Ani liggen net over de grens met Turkije. Je kunt Ani vanaf de Armeense kant alleen van een afstand bekijken. De grens zit op slot en wordt bewaakt door Russische soldaten.
Oudste christelijke land
De Armeniërs laten zich erop voorstaan dat ze het eerste land zijn dat het Christendom heeft aangenomen. Dat gebeurde rond het jaar 300. Het geloof is een belangrijke factor in het culturele zelfbewustzijn. De Armeens Apostolische kerk is zelfstandig, niet verbonden aan Rome of de Oosters-Orthodoxe kerken. Het religieuze centrum ligt in Etsjmiadzin, zo’n twintig kilometer ten westen van Jerevan. Er is een eigen ‘paus’, die de titel Katholikos heeft.
Het Armeens heeft een eigen alfabet, dat in 405 na Christus is ontwikkeld door de monnik Mesrop Masjtots. Dat -volkomen onleesbare- schrift heeft samen met de kerk bijgedragen aan het behoud van de Armeense identiteit tijdens eeuwen buitenlandse overheersing. Ze zijn er dan ook erg trots op.
Er is zelfs een museum voor de Armeense schrijfcultuur in Jerevan, genoemd naar Masjtots. Het staat ook bekend als Matenaderan, wat zoiets betekent als ‘bewaarplaats voor manuscripten’. Dat is niets teveel gezegd: je vindt hier rijkelijk versierde boekrollen, bijbels, wetenschappelijke verhandelingen en muziek op schrift. Bijzonder en waardevol, want er is ook een heleboel verloren gegaan door oorlogen, plunderingen, gedwongen migratie en vandalisme.
Armeense cognac
Het land staat bekend om z’n cognac, die door kenner Winston Churchill is aangeprezen als de allerlekkerste. Dat ze het cognac mogen noemen is op zich al bijzonder. Dat is een beschermde naam die eigenlijk alleen gebruikt mag worden voor gedestilleerde witte wijnen uit de Cognacregio in Frankrijk. Voor de Armeense variant is dus een uitzondering gemaakt, al heet het in de EU gewoon brandy.
Frankrijk heeft sowieso iets met Armenië. Niet alleen omdat de Fransen zich door de eeuwen heen hebben opgeworpen als de beschermers van het oosterse Christendom (een erfenis van de kruistochten), maar ook vanwege de eerder genoemde Charles Aznavour, die eigenlijk Chahnour Varinag Aznavourian heette. In de jaren negentig opende de zanger in het land van zijn ouders het ‘Place de France’, zij-aan-zij met de toenmalige Franse president Jacques Chirac. Dit plein ligt in het centrum van Jerevan, naast de opera.
Volop steen voorhanden
Behalve sterke drank exporteert Armenië grondstoffen en erts. Het is een bergachtig land dus steen is ruimschoots voorhanden. In de hoofdstad liep ik door een relatief nieuw gedeelte (zo’n 10 jaar oud) waar de huizen allemaal van lokale steen waren gebouwd: basalt, tuftsteen, graniet, marmer en kalksteen.
Er is weinig klei te vinden in dit droge, rotsachtige land, dus de voor ons vanzelfsprekende dakpannen en baksteen zie je weinig. Ondanks de betrekkelijke luxe die ik in Jerevan zag, leeft schijnbaar zo’n dertig procent van de bevolking onder de armoedegrens. Dat wil ik geloven, buiten de hoofdstad zie je veel huisjes van ruwe steen met daken van golfplaat.
De bevolking is overigens gastvrij en vriendelijk en het eten is heerlijk. Ik raad een bezoek aan het land dus van harte aan. Maar eerst de rest van deze korte serie. In het volgende deel besteed ik aandacht aan de Armeens Apostolische kerk.
Werkelijk PRACHTIG!
En dit hebben we allemaal gezien tijdens de Liviusreis onder leiding van Jona Lendering in oktober.
Wat een mooie foto’s Martijn.