Nabestaanden verzetten de zinnen tijdens lotgenotenweekend
Uit het archief:
Steun aan elkaar hebben en de blik vooruit, is het motto tijdens een lotgenotenweekend in Oisterwijk van mensen die een gezinslid hebben verloren.
Als we maar niet de hele dag verplicht moeten huilen en naar depressieve mensen luisteren. Dat is wat Aline (16), Indiya (14) en Henriette (42) vreesden voordat ze zich na aanvankelijke twijfel inschreven voor het weekeinde ‘Achter de regenboog’, waar mensen die een naaste hebben verloren, elkaar ontmoeten.
Kampeerboerderij in de bossen
Op zondagmiddag, als ze er al twee dagen praten, knutselen, kleien, schilderen, schreeuwen, zingen én berusting op hebben zitten, voelen ze zich helemaal thuis. “Ik was bang dat ik me groot moest houden of dat ik alleen zou zijn, maar dat is gelukkig niet waar gebleken”, deelt Henriette. Zij verloor haar dochter, de oudere zus van Indiya. Aline raakte haar moeder kwijt.
De deelnemers aan het weekend verblijven in Morgenrood, een kampeerboerderij in de bossen bij Oisterwijk. Het gaat om acht gezinnen uit heel Brabant, in totaal 22 personen. Alle aanwezigen hebben nog niet zo lang geleden iemand moeten afstaan: een vader, een echtgenoot, een dochter. Maar liefst zeventien vrijwilligers staan klaar.
Uiteenlopende leeftijden
Er is een grote lotsverbondenheid tussen de deelnemers, ondanks hun uiteenlopende leeftijden. De 8-jarige Renske, die haar vader verloor, dacht net als Henriette dat ze zich alleen zou voelen tijdens het weekeinde. “Ik zag er een week van tevoren nog enorm tegenop. Maar alles is heel erg meegevallen.” Ze gaat blij weg, geeft ze toe.
Aline en Indiya konden hun dagelijkse zorgen opzij zetten en hebben in elkaar vriendinnen gevonden die elkaar begrijpen. Aline: “Op school kijken mensen je soms onbegrijpend aan als blijkt dat je met verdriet rondloopt.”
Kleinschalige aanpak
De organiserende stichting Achter de Regenboog heeft een turbulente periode achter de rug. “Voor ons stond 2009 in het teken van het redden van de stichting”, vertelt Hellen Tonglet. Gedurende het weekeinde in Oisterwijk is zij de pedagogisch verantwoordelijke voor alle aanwezigen, een soort groepsleider. “Door de economische crisis moesten we flink snoeien in onze activiteiten. Toen hebben we gekozen voor een kleinschaliger, regionale aanpak.”
De doorstart kreeg een duwtje in de rug door sponsoring vanuit het C.J. Vaillantfonds, afkomstig van de landelijke Vereniging van Crematoria. Ook zorgverzekeraar CZ droeg bij, evenals enkele andere, kleinere sponsoren.
Soort scoutingkamp
Het weekend in Oisterwijk heeft qua sfeer wel weg van een scoutingkamp. Maar dan een waar óók de ouders zich even helemaal mogen laten gaan. Koken hoeven ze niet zelf te doen, dat doet een keukenploeg met twee professionele koks. De ouders verblijven in een ander huisje dan de kinderen, die door een goed opgeleid team van vrijwilligers worden bezig gehouden. Hebben ze ook in dat opzicht even niks aan hun hoofd.
De vruchten van alle activiteiten, van schilderijen en kleiwerk tot zelfgemaakte kaarsen, mag iedereen mee naar huis nemen. Over een half jaar is de terugkomdag, waar de deelnemers een herinneringsboek ontvangen. Henriette: “Je leert hier van de ervaring van anderen, die soms al verder zijn in hun verwerking.”
Oorspronkelijk verschenen in het Brabants Dagblad van 17 januari 2011.