Zo werkt Retroarch (1): Installeren en basisfuncties instellen
In deze miniserie leg ik uit hoe Retroarch werkt. Dit is een alles-in-één emulator die het mogelijk maakt duizenden games voor allerlei (oudere) systemen te spelen vanuit hetzelfde programma. Ook biedt het een heleboel extra opties die het spelen makkelijker, leuker, uitdagender of gewoon mooier maken.
Al sinds mijn zeventiende ben ik gefascineerd door emulators. Dit zijn computerprogramma’s die de werking van een ander (ouder) computersysteem nabootsen. Je kunt daarmee software afspelen op andere hardware dan waarvoor de software oorspronkelijk is geschreven.
Zo is DOSBox een bekende emulator die het oude besturingssysteem MS-DOS nabootst. Hiermee kun je de duizenden DOS-programma’s en -games (inmiddels vaak freeware of abandonware) gewoon in Windows 10 of op een ander hedendaags platform spelen.
Emulators bevinden zich in een grijs gebied omdat ze kunnen worden gebruikt om illegaal verkregen software af te spelen, maar zijn wat mij betreft belangrijke schakels in het behoud en ontsluiten van digitaal erfgoed.
Als het gaat om consolegames voor o.a. de NES, Mega Drive, Game Boy, Super Nintendo, Turbografx-16 en NeoGeo, heb je behalve de emulator ook roms nodig. Roms zijn de read-only-memory data van een gamecartridge of andere gegevensdrager. Het is de ‘ziel’ van het spel, als het ware. En omdat er copyright op rust, zul je er zelf naar moeten zoeken op internet. Ik ga je de weg niet wijzen. 🙂
Eerste stapjes
Roms spelen via een emulator was voor mij aanvankelijk een manier om games voor de Super Nintendo te spelen die niet in Europa waren uitgekomen. Importeren was te duur (en ik wist toen nog niet goed hoe), dus emuleren was een aardig alternatief. Nadeel destijds was de lastigheid om controllers voor de pc aan de slag te krijgen, zodat ik me moest behelpen met toetsenbordbesturing. Ook hier speelde gebrek aan geld en kennis mee. Verder had ik niet zoveel eigen schijfruimte tot mijn beschikking.
Dat temperde het enthousiasme enigszins, maar in de jaren daarna ben ik blijven experimenteren. Ik brandde een CD’tje met oude games die ik kon afspelen op mijn Sega Dreamcast mét controller, struinde dubieuze sites af op zoek naar roms wanneer ik het afstudeerwerk voor mijn hbo-studie even beu was en vond zowaar een adaptertje waarmee ik een Super Nintendo-controller op mijn laptop kon aansluiten.
Vroeger had je voor elk spelsysteem een aparte emulator nodig. Soms zelfs meerdere voor hetzelfde systeem, omdat games die niet werkten op de ene emulator, het dan wél deden op de andere. Zat ik daar met tientallen emulators die allemaal verschillend in elkaar staken.
Gamechanger
Totdat in 2010 Retroarch ten tonele verscheen: een programma dat meerdere emulators in zich verenigt. Het is een gratis en open source-programma dat draait op Windows, MacOS, Android, Linux en een heleboel andere systemen. Ook biedt het veel extra opties.
Je kunt in Retroarch videofilters toevoegen, cheats activeren, per game de besturing aanpassen, je speelsessie terugspoelen, online tegen anderen spelen en handige foefjes gebruiken om lag te verminderen. Dat is de responstijd tussen een druk op de knop en de resulterende actie op het scherm.
De ontwikkeling van dit platform is nog volop bezig. Het was dan ook bepaald geen liefde op het eerste gezicht: ik vond het eerst teveel gedoe, de opties overweldigden me. Maar telkens bleek dat ik er niet omheen kon. Retroarch werd zo’n beetje de gouden standaard in de emulation-community. Sinds ik Retroarch ontdekte is er overigens enorm veel verbeterd qua mogelijkheden en gebruikersgemak.
Na drie pogingen klikte het eindelijk tussen mij en het programma. Ik wil mezelf nog geen expert noemen, maar inmiddels heeft antwoorden zoeken via Google nauwelijks nog zin: ik ben verder dan de gemiddelde vragensteller dus ik moet zelf puzzelen wanneer ik vast zit.
Om anderen een vliegende start te geven met Retroarch, leid ik je hier langs de belangrijkste stappen om deze veelzijdige, maar soms wat complexe alles-in-één emulator te leren gebruiken.
Retroarch installeren
Zoals boven beschreven, is Retroarch beschikbaar voor zo’n beetje elk gangbaar computersysteem inclusief Raspberry Pi, de nieuwste XBox, Nintendo Switch, Playstation 4 (5 nog niet) en Apple TV. Platform agnostic, noemen de makers dat. De basis is meestal hetzelfde, maar de mogelijkheden verschillen per platform vanwege technische of juridische beperkingen.
Voor deze gids ga ik uit van gebruik op de pc, met soms een uitstapje naar Android. Met die platforms heb ik de meeste ervaring, al is het me gelukt Retroarch ook op de Playstation Vita aan de praat te krijgen.
Als je Retroarch wilt hebben, ga je naar retroarch.com. Je kunt de site verkennen of meteen op Get Retroarch klikken. En daar begint het gelazer al. Kies je voor de ‘nightly’- of de ‘stable’-versie? Het antwoord is eenvoudig: gewoon de stable-versie downloaden. Retroarch wordt om de haverklap vernieuwd, maar als reguliere gebruiker kun je prima toe met de laatste, stabiele versie. Op het moment van schrijven is dat versie 1.9.1.
Juiste versie kiezen
- Je ziet een hele waslijst aan systemen, maar omdat ik Windows 10 gebruik, kies ik in mijn geval ‘Windows 10 / 8 / 7’.
- Mijn besturingssysteem is 64-bit, dus ik ga voor de krachtiger 64-bit versie. (Check in Windows 10 of je een 32- of 64-bit-systeem hebt onder Instellingen > Systeem > Info en kijk bij Type systeem).
- Omdat ik Retroarch graag portable wil houden (dus alle onderdelen in één map, zonder dat er bestandjes bij ‘Program files’ of andere Windows-systeemmappen belanden) kies ik niet voor de ‘Installer’ maar voor ‘Download’.
- Nadeel van kiezen voor portable is dat Retroarch dan niet door andere gebruikers met een eigen profiel op jouw computer kan worden gebruikt.
Gefeliciteerd, je hebt Retroarch in je bezit. Nu begint het pas. De meeste gidsen gaan je nu meteen vertellen welke ‘cores’ je moet downloaden om je gewenste games te kunnen spelen. Dat doe ik bewust niet, omdat ik ervan uitga dat je al eens met Retroarch hebt gestoeid, het wellicht te complex vond en mijn artikel leest om het nu eindelijk eens goed in te stellen. Ik vind dat je dan eerst met andere zaken moet beginnen, dus daar gaan we:
Wanneer je het 7z-bestand hebt uitgepakt met bijvoorbeeld Winrar, houd je een map over met daarin een heleboel submappen met namen als ‘assets’, ‘filters’, ‘overlays’, ‘screenshots’, ‘system’ en nog wat meer. Zodra je Retroarch verder instelt, komen hier nog mappen bij als ‘cheats’, ‘cores’, ‘downloads’ en ‘playlists’. Daar hoef je je nu nog niet mee bezig te houden, je klikt gewoon op het bestand retroarch.exe om Retroarch te openen.
Venster of fullscreen
Bij mij opende het programma de eerste keer in een venster, maar je wilt dit op den duur waarschijnlijk schermvullend hebben. In het venster kun je via ‘Window’ de modus voor volledig scherm aan- of uitzetten. Of je gebruikt de knoppencombinatie Alt+Enter. In het menu van Retroarch zelf kun je via Instellingen > Video > Volledig-scherm modus de optie Start in volledig-scherm modus op AAN zetten. Ik zet zelf de optie Volledig scherm in venster dat daaronder staat op UIT.
Goed om te weten: bij het afsluiten van Retroarch worden je instellingen automatisch opgeslagen. Als je wilt dat bepaalde instellingen behouden blijven, kun je het beste tussendoor Retroarch even afsluiten om je daarvan te verzekeren. Je kunt ook via het hoofdmenu naar Configuratie navigeren om daar je huidige instellingen op te slaan. Dit doe je liefst zonder dat je een game hebt geladen in het programma, omdat de instellingen dan misschien niet universeel worden opgeslagen.
Taal aanpassen
Omdat mijn computer als systeemtaal Nederlands heeft, neemt Retroarch dit automatisch over. Heel mooi dat Retroarch in mijn moerstaal beschikbaar is, maar omdat ik geregeld Engelstalige tutorials raadpleeg, zet ik de voertaal op Engels. Je kunt dan gewoon makkelijker online uitleg volgen zonder alle gebruikte termen en opties te moeten vertalen. Je verandert de taal door met muis of toetsenbord aan de linkerkant te navigeren naar Instellingen en vervolgens in de rechterkant naar Gebruiker.
Vervolgens kun je met de pijltjestoetsen naar links of rechts naar de taaloptie navigeren of er met de muis op klikken. Als je een controller hebt geïnstalleerd, wordt deze mogelijk meteen herkend: je kunt deze dan ook gebruiken voor het navigeren.
Met backspace of de rechtermuisknop keer je terug naar het vorige menu. Je kunt ook rechtsonder op de afgebeelde controllerknoppen klikken met je muis of natuurlijk gewoon je controller gebruiken op de manier zoals staat aangegeven. Als Retroarch helemaal is ingesteld en je lekker gaat spelen, gebruik je waarschijnlijk alleen nog maar de controller om door de instellingen te gaan.
Nu heb je in elk geval geproefd van de interface van Retroarch. Op een dergelijke wijze gaan we te werk voor het inrichten van de overige opties.
Controller instellen
Als je een moderne controller gebruikt, zoals een XBox-controller of eentje van 8BitDo, dan is deze waarschijnlijk al correct ingesteld. Hoe dan ook kun je zelf de indeling aanpassen via Settings > Input > Port 1 Controls (voor speler 1). Belangrijk om rekening mee te houden is dat je in Retroarch de knoppen van jouw controller over een virtuele controller heen legt die de Retropad heet.
Deze conceptuele controller die alleen in Retroarch bestaat, heeft alle basisknoppen die je mag verwachten: twee klikbare analoge sticks, twee paar schouderknoppen, start- en selectknoppen, een richtingtoets etc. De positie van de actieknoppen is gebaseerd op Nintendo-controllers (Y links, A rechts etc).
Wanneer in Retroarch een knop wordt aangeduid (zoals L3 hieronder), dan wordt L3 van de Retropad bedoeld, niet die van je eigen controller. Je kunt zelf namelijk bepalen welke knop op jouw ‘echte’ controller de functie van L3 op de Retropad heeft. Heeft je eigen controller minder knoppen dan de Retropad? Geen nood, je hoeft ze niet allemaal toe te wijzen. In het begin is dit allemaal wat verwarrend, maar je went er wel aan. Hier lees je meer over ‘The Retropad concept’.
Zonder controller zijn op de pc de knoppen van de Retropad standaard toegewezen aan je toetsenbord. Zo is de rechtershift de selectknop en is Enter de startknop. Dat wil natuurlijk niemand. Om de knoppen van je eigen controller toe te wijzen, selecteer je een Retropad-knop (druk op Enter of de linker muisknop) en druk je op de door jou gewenste controllerknop wanneer het pop-upje met de tekst ‘Press keyboard, mouse or joypad’ in beeld komt.
Voer je niets in, dan volgt een ’timeout’ en ga je na een paar seconden vanzelf terug naar het overzicht. Handig als je je bedenkt of eigenlijk toch niets wilt veranderen.
De magische Menuknoppen-combinatie
Vervolgens een hele belangrijke en vooral handige stap: een knoppencombinatie voor je controller instellen waarmee je te allen tijde het menu kunt openen. Als je dit niet doet, moet je Retroarch eigenlijk altijd opnieuw opstarten als je aanpassingen wilt doen tijdens het spelen. Ondoenlijk, dus daarom snel naar Settings > Input > Hotkeys en kies Menu Toggle Controller Combo.
Je kunt hier uit een aantal combinaties kiezen, pak degene die jij handig vindt. Ik kies meestal L3+R3. Dit zijn de knoppen die je indrukt als je je twee analoge sticks induwt. Je controller moet die mogelijkheid dan natuurlijk wel hebben. Er zijn opties genoeg, dus kies jouw smaak. Let op: de beschreven knoppen zijn knoppen van de Retropad, al komen deze waarschijnlijk al grotendeels overeen met de knoppen op jouw ‘echte’ controller.
Ook in het menu Hotkeys: Retroarch afsluiten doe je standaard met de Escape-knop. Ik adviseer om de instelling te behouden dat Retroarch om een bevestiging vraagt voordat je op deze manier afsluit. Anders ben je met één onbedoelde druk op ESC alles kwijt. Je kunt het programma ook afsluiten via Main Menu > Quit Retroarch. Dan vraagt het programma niet om een bevestiging. Gebruik je Retroarch in de windowed-modus (waarom?) en klik je het weg met het kruisje rechtsboven, dan worden je instellingen voor zover ik weet niet opgeslagen.
EDIT: inmiddels gebruik ik vaak de knoppencombinatie Select+Start om Retroarch via de controller in één keer (dus zonder bevestiging) af te sluiten.
Japanse of westerse indeling
Gebruik je een controller met een Japanse indeling of een westerse? Het verschil zit ‘m in welke knop je gebruikt om te bevestigen en welke om een stap terug te gaan. Bij de westerse indeling bevestig je met de knop die onderaan zit in een hedendaagse diamant-indeling (kruisje bij Playstation, A bij XBox) en ga je terug met de knop aan de rechterkant (rondje bij Playstation, B bij XBox).
Bij een Japanse indeling (die Nintendo wereldwijd gebruikt) is dat precies andersom. Onder Settings > Input > Menu Controls kun je dit zelf instellen door Menu Swap OK and Cancel Buttons aan of uit te zetten.
Menu en gebruikersinterface aanpassen
Je kunt de gebruikersinterface van Retroarch veranderen door te navigeren naar Settings (ofwel Instellingen, maar ik ga ervan uit dat je de systeemtaal op Engels hebt gezet) en dan Drivers > Menu. Je kunt dan kiezen voor een van de vier smaken. xmb is jarenlang de standaard geweest, deze is gemodelleerd naar de cross-media bar van de Playstation 3. Sinds enige tijd is ozone echter de standaard, die meer lijkt op het menu van de Nintendo Switch. Ik vind deze het meest overzichtelijk dus ik laat ‘m zo staan.
Grappig genoeg verander je het type interface dus niét via Settings > User Interface, maar daar kun je bijvoorbeeld wél de lettergrootte aanpassen, kiezen of je een game op pauze wilt zetten bij het openen van het menu (standaard ‘ja’) en de zichtbaarheid van opties aan- of uitzetten.
Je hebt nu enkele stappen gezet om met Retroarch aan de slag te gaan! In deel twee ga ik het hebben over Cores, Databases, Assets en Core Info Files: de zaken die je nodig hebt om games te kunnen spelen en op de juiste manier in een playlist te zetten.