De jacht op twee rechterhanden
Uit het archief:
Het bedrijfsleven zit te springen om ambachtslieden zoals banketbakkers, opticiens en loodgieters. Goed geschoolde jongeren met twee rechterhanden zijn schaars. Bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) gaan ze het tekort te lijf met speciale ’ambachtspunten’ om het ouderwetse handwerk een impuls te geven.
Bart Smits (20) is vierdejaars leerling aan het Regionaal Opleidingscentrum (ROC) in Eindhoven. Hij studeert dit jaar af voor de opleiding hout- meubel- en interieurafwerking en zijn examenproject is het maken van een houten tafelvoetbalspel. Het eindresultaat zit al helemaal in zijn hoofd: vrienden van de metaalopleiding zorgen voor stalen poten onder de tafel, de bodem is een glazen plaat die groen, rood of blauw oplicht.
“Zo’n tafel kostte via een website 25.000 Engelse pond. Ik maak ‘m gewoon zelf”, zegt Bart trots terwijl hij in de werkplaats de materialen laat zien waarmee hij aan de slag gaat. Het zijn nu nog een paar simpele houten planken, over een paar maanden moet er een speelklare voetbaltafel staan. Voor de poppetjes heeft hij ook al een idee: “Het ene team maak ik van eikenhout, het andere van notenhout. Door het verschil in kleur zijn ze dan makkelijk uit elkaar te houden.”
Vergrijzend personeel
Bart is een jongen met twee rechterhanden. Zo eentje van het type dat steeds schaarser wordt, zegt het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) in Zoetermeer. Volgens deze koepelorganisatie voor de ambachtelijke sector (40 aangesloten branches, 300.000 werknemers) vergrijst het huidige personeel en weten jongeren amper de weg te vinden naar beroepen waarin je met je handen werkt. Dat was al langer bekend, maar het tekort neemt tegenwoordig schrikbarende vormen aan.
Het HBA schat dat de komende vijf jaar landelijk behoefte is aan zesduizend dakdekkers, zilversmeden, fietsenmakers en andere vakmensen. Het is maar de vraag in hoeverre deze vacatures kunnen worden gevuld.
Servicepunt ingericht
In een poging het groeiende tekort aan ambachtslieden een halt toe te roepen, heeft het HBA bij zeven vestigingen van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI, het voormalige arbeidsbureau) een speciaal servicepunt ingericht. Het is de bedoeling dat werkzoekenden, in het bijzonder jongeren, bij de servicepunten warm worden gemaakt voor een carrière als vakman of -vrouw. Voor de regio Oost-Brabant is het punt gevestigd bij het CWI-loket in ‘s-Hertogenbosch.
Christina Boomsma, woordvoerster van het CWI, benadrukt dat het bij ambachtelijke beroepen niet gaat om ouderwets of nostalgisch werk. “Het gaat om banketbakkers, opticiens en loodgieters, maar ook om zonnewering-installateurs en makers van protheses”, zegt ze. “Alle beroepen waarbij je met je handen werkt en waarvoor je een gedegen opleiding moet hebben, zien wij als ambachtelijk.”
Onwetendheid
De impopulariteit van dergelijke beroepen is volgens Boomsma deels te wijten aan onwetendheid: “Een vooroordeel dat we tegenkomen is dat het om beroepen gaat waarbij je smerig wordt of dom werk doet. Dat klopt niet. Met de servicepunten willen we dat beeld veranderen.”
“In andere sectoren zie je dat de productie naar lagelonenlanden verdwijnt of dat goedkope buitenlandse arbeidskrachten naar Nederland komen, zegt Femina Fransman van koepelorganisatie HBA. Ze is eindverantwoordelijke van het servicepunten-project. “Dat werkt niet voor de beroepen waar het ons om gaat. Het gaat om kwalitatief goed werk, dicht bij huis, contact met klanten. Dat moet je in Nederland doen.”
Dag van het Ambacht
Een eerste initiatief van het CWI is het organiseren van een ‘dag van het ambacht’ op 30 maart in het Friese Drachten. Werkzoekenden kunnen daar kennismaken met ondernemers in de doe-sector die hun vakmanschap ten toon stellen. Het is de bedoeling dat het plan navolging vindt in andere steden. Ook is een speciale krant gedrukt die bij alle CWI-loketten ligt.
Hoeveel vacatures er momenteel te vullen zijn, is nog niet nauwkeurig in kaart gebracht, zegt zowel het HBA als het CWI. Dát er een tekort is, merken de organisaties aan de mate van vergrijzing en de lage instroom van jongeren in de beroepsopleidingen. Het is een taak van de servicepunten om het precieze tekort in kaart te brengen.
Managementstudies wél populair
Het ROC in Eindhoven biedt veel ambachtelijke opleidingen aan, maar volgens communicatiedirecteur Peter Blees is het belabberd gesteld met de instroom van nieuwe leerlingen. “Er is absoluut een tekort aan jonge mensen die een vak willen leren”, beaamt hij. “Op kleinere ROC’s loont het vaak niet eens de moeite om ambachtelijke studierichtingen aan te bieden. Dat kost gewoon te veel geld. Wij zijn een grote school en kunnen dergelijke opleidingen handhaven.”
De school voor Hout-, Meubel- en Interieurafwerking van het Eindhovense ROC telt zo’n vierhonderd leerlingen, becijfert Blees. De school voor Brood en Banket herbergt ruim tweehonderd studenten, de schildersopleiding heeft er zo’n honderd.
Het zijn kleine aantallen op het totaal van 16.000 leerlingen dat op het ROC een middelbare beroepsopleiding volgt. Managementstudies, die zijn populair. En hoewel bij sommige ambachtelijke opleidingen het leerlingaantal licht toeneemt, staat die groei niet in verhouding tot de grote vraag naar goed gekwalificeerd personeel.
Terug naar de voetbaltafel
Een week later. In de werkplaats van het ROC is houtbewerker in opleiding Bart Smits alvast bezig een scorebord voor zijn tafelvoetbalspel in elkaar te zetten. Zonder schroeven of spijkers te gebruiken moet hij vier stukken hout aan elkaar vastmaken. Dat doet hij door zwaluwstaartverbindingen te gebruiken.
“Een klassieke manier om houten onderdelen in elkaar te zetten, één van de eerste dingen die je hier leert”, legt de afstudeerder uit. Met een vijl van enkele millimeters breed maakt hij de inkepingen in het hout op maat. De verschillende stukken passen inderdaad precies in elkaar.
Meteen een baan
Vier dagen in de week is Bart op school te vinden. Op vrijdagen werkt hij bij een interieurbedrijf in zijn woonplaats Veldhoven, daar mocht hij na zijn stage blijven. Als de mbo-leerling zijn afstudeerproject met succes afsluit, krijgt hij er een vaste betrekking.
Hij is geen uitzondering: van de studenten uit het schooljaar vóór Bart, had tachtig procent ook al een baan voordat ze waren afgestudeerd. Het bedrijfsleven zat om hen te springen. Christina Boomsma, van het CWI: “De mensen voor wie ambachtelijk werk een roeping is, vinden hun plek wel. Maar het grote probleem is dat die groep steeds kleiner wordt.”
Oorspronkelijk verschenen in het Eindhovens Dagblad van 28 maart 2006.