Tijdens deltavliegen voel je een beetje wat vogels moeten ervaren
Uit het archief:
Deltavliegers togen op zaterdag 24 mei 2008 naar het dorp Moergestel onder de rook van Tilburg. De streek staat bekend om zijn goede thermiekbellen, zo weten beoefenaars van de sport.
Er zijn twee soorten mensen die aan deltavliegen doen, weet vliegschoolhouder Diederik Meeuwsen uit Eindhoven: “Je hebt de avonturiers die een nieuwe ervaring zoeken, die op zoek zijn naar de kick. En je hebt types die geen avontuur, maar gewoon zichzelf zoeken.”
Onverstoorbaar
Het klinkt bijna spiritueel, maar het is goed voor te stellen dat een piloot die hangend onder een vleugel op 700 meter hoogte het landschap aan zich voorbij ziet trekken, dat brede perspectief nog even vasthoudt als-ie eenmaal weer met beide benen op de grond staat.
Het is in ieder geval opvallend dat de deelnemers aan het Delta ‘Testival’ zaterdag in een weiland vlakbij Moergestel, zo onverstoorbaar ogen als een steenarend op zoek naar een prooi. Zoals de naam al zegt, testen de piloten (want zo heten die ook bij deltavliegen) uit Nederland en België vandaag nieuwe vleugels uit. De veelal oude bekenden kletsen aanvankelijk vooral bij met elkaar en wisselen anekdotes uit over hun belevenissen in de lucht: “Weet je nog die keer dat…?
Duitser naar Middelburg
En dan volgen verhalen zoals die over de Duitser die vanuit zijn thuisland helemaal naar Middelburg vloog of over hoe het voelt om verdwaald te zijn op honderden meters hoogte. Meeuwsen: “Of toen ik werd aangevallen door een roofvogel, die zag mij aan voor een concurrent.”
De dag in Moergestel is mede-georganiseerd door Ton Draaijer, lid van zeilvliegclub De Buizerd en zelf importeur van deltavleugels. Met zijn zonnebrilletje, glimlach en lange haar belichaamt hij het stressvrije deltavlieg-gevoel. “Als je eenmaal daarboven in de lucht hangt, vergeet je al het andere. Je bent enkel bezig met jezelf in de lucht houden en verder geniet je van het uitzicht, de wind, de zon. Volgens mij kennen behalve deltavliegers alleen vogels dat gevoel.”
Samen met een roofvogel
De zeilvliegpiloten voelen een zekere verwantschap met (roof)vogels: veel aanwezigen op deze dag zeggen te hebben meegemaakt dat ze minutenlang samen met zo’n dier in een soort ‘formatie’ vlogen, op zoek naar warme lucht om hoogte te winnen.
Het duurt deze zaterdag echter lang voordat de piloten de vaste grond verruilen voor het luchtruim. Er staat een stevige windkracht vier en dat vereist veel ervaring. Rond twee uur ’s middags besluiten enkele durfals de uitdaging toch aan te gaan. De deltavliegers stijgen bij gebrek aan heuvels op met behulp van een lier, die door een zelfgebouwde machine wordt ingehaald. Het duizelt de verslaggever een beetje wanneer hij de eerste piloot door de lier omhoog gekatapulteerd ziet worden. De wind en thermiek doen de rest: nauwelijks een minuut na ‘lancering’ resteert van de deltavleugel nog maar een vlekje.
Goede thermiek
Eenmaal in de lucht lijkt alles vanzelf te gaan. De piloten gaan op zoek naar thermiekbellen (opstijgende warme lucht) om de onvermijdelijke landing zo lang mogelijk uit te stellen. Daarom zitten ze ook in Moergestel. “Hier zitten een paar goede bellen”, weet Ton Draaijer.
Naarmate de dag vordert, stijgen steeds meer piloten op. Om bij terugkomst ongetwijfeld weer mooie nieuwe verhalen te hebben voor de anderen.
Over deltavliegen:
- Deltavliegen gebeurt met een (ongeveer) driehoekige vleugel gemaakt van licht en sterk materiaal zoals carbon.
- De piloot hangt onder de vleugel en stuurt door zijn of haar gewicht te verplaatsen.
- Door de vleugel richting thermiekbellen te loodsen, probeert de piloot hoogte te winnen.
- Nederland kende (in 2008) ongeveer 500 beoefenaars.
- De destijds regerend Nederlands kampioen was de toen 47-jarige Koos de Keijzer uit Amsterdam.
Licht aangepaste versie van een artikel dat op maandag 26 mei 2008 is verschenen in het Brabants Dagblad, editie Tilburg.