De 7 opvallendste mensensoorten die je tegenkomt in de trein
Een treinreis is voor de forenzende Nederlander als een spel. Er zijn sowieso te weinig treinstellen om iedereen van een zitplaats te voorzien, dus je leert al snel de beste plekjes kennen op het perron om zo dicht mogelijk bij een deur te staan wanneer jouw trein tot stilstand komt. Maar heb je je eenmaal een weg naar binnen geëlleboogd, dan ben je er nog niet: er zijn talloze menselijke obstakels te overwinnen voordat je verzekerd bent van een rustige rit naar huis, werk of school.
Kennis van de competitie is onontbeerlijk en buiten je mede-forensen zijn er nog vele andere mensensoorten om op te letten. Het zijn types die je afwisselend irriteren, aan het lachen maken, je leven verrijken of angst aanjagen. Lees hieronder en doe er je voordeel mee.
De telefoonzombie
Deze eerste soort is sinds de komst van de smartphone de meest veelvoorkomende mensensoort op en rond treinstations. Het is zelfs zo’n plaag geworden, dat ik de telefoonzombie rijp acht voor een gerichte actie door wildstandbeheer. Vooral omdat ze de gewone reiziger hinderen bij het halen van de trein en zich schijnbaar ongecontroleerd vermenigvuldigen. De telefoonzombie schuifelt langzaam door het station en over het perron, gebiologeerd naar zijn of haar smartphone starend. Het hoofd op onnatuurlijke wijze naar beneden gebogen, merkt dit exemplaar helemaal niets van wat er voor, achter, of opzij gebeurt.
Telefoonzombies zijn zó gefascineerd door de ongetwijfeld briljante Facebook-updates van hun vrienden, dat ze al die andere mensen niet opmerken die hun pas in moeten houden of met een grote boog om hen heen moeten navigeren om op hun plaats van bestemming te komen. Erger wordt het als de telefoonzombie zich in groepen verplaatst. Dan kun je maar beter op de volgende trein wachten.
Beste manier om mee om te gaan: Uit de weg duwen. Serieus, wanneer een volwassen persoon niet in de gaten heeft dat ze de looproute blokkeren met hun afwezige geschuifel, dan is een douw opzij de beste optie. Verwacht geen boze reacties, want telefoonzombies zijn veel te bezorgd dat er iets met hun telefoon gebeurt. Maar er is meer! Wat dacht je van…
De bontgekleurde boem-tss-boem-tss
Ook de bontgekleurde boem-tss-boem-tss komt veel voor, maar is pas vervelend als je ‘m in de trein tegenkomt, vooral als je ernaast zit. Op het station zijn ze echter relatief onschuldig. Het betreft muziekliefhebbers die zo intens genieten van de klanken uit hun Beats by Dre-koptelefoon dat ze niet in de gaten hebben dat de hele coupé mee kan luisteren naar de hemelse klanken van Pharell Williams, Flo Rida of welke pillenvreter dan ook die weer eens heeft bepaald dat hardcore nog écht niet dood is.
Wat de bontgekleurde boem-tss-boem-tss vooral zo vervelend maakt, is dat je alleen de irritantste klanken hoort die uit de koptelefoon opstijgen. Zware bass, schelle tonen, hoge stemmen, en dat zonder de context van de rest van de muziek. Dan heb je nog liever dat ze gewoon een radio meenemen of voluit gaan zingen. Brutale exemplaren reageren op vragen als “Mag het misschien wat zachter?” met “Hoef ik niet, want dit is geen stiltecoupé”.
Beste manier om mee om te gaan: De stiltecoupé is de enige plek waar deze soort geneutraliseerd kan worden, desnoods met een beroep op de conducteur. Garanties zijn er echter niet, want de liefde voor muziek die de bontgekleurde boem-tss-boem-tss aan de dag legt, gaat nogal eens gepaard met een zekere rebelse houding en sociale onaangepastheid.
De vouwfietshippie
Deze soort is relatief ongevaarlijk en onschuldig. De vouwfietshippie wordt gedreven door idealen en reist daarom nooit met de auto. Het alternatief is dus de trein nemen en dan op het station van bestemming de meegebrachte vouwfiets uitklappen om de laatste kilometers naar het reisdoel af te leggen. Want dat laatste stukje met de bus gaan is óók moord. De vouwfietshippie blijft meestal weg uit de coupés, maar ruikt soms wat onfris en is niet altijd even prettig om naar te kijken.
In een drukke trein zorgt de opgevouwen vouwfiets soms onverwacht voor gevaar: je haalt er zo je schenen aan open of stoot je tegen een trapper die uitsteekt. Onderweg een discussie aangaan met deze soort is af te raden; het komt er altijd op neer dat al het leed in de wereld voorbij zou zijn als iedereen vegetarisch eet en zijn lichaamshaar laat staan. Als de vouwfietshippie overigens écht wil, is dat stuk opgevouwen metaal een dodelijk wapen. Dit komt gelukkig (bijna) nooit voor.
Beste manier om mee om te gaan: Zorgen dat je een zitplaats hebt in de coupé, daar komen ze meestal nooit. Mocht je er per ongeluk toch één tegenover je hebben, zeg dan terloops iets als “Dat neoliberalisme hè, dat is toch werkelijk het beste idee sinds gesneden brood.” De vouwfietshippie zal zich walgend van je verwijderen.
De pabomuts (m/v)
Pabomutsen zijn lieve mensen. Ze houden van kinderen én van hun beroep als leraar op de basisschool. Want je moet toch wel heel erg verzot zijn op je vak als je een uur lang over leerlingen kunt praten alsof het je eigen kinderen zijn. Met collega’s natuurlijk, want de pabomuts reist enkel met de trein als er een onderwijsbeurs in de RAI of Jaarbeurs is en de vakgenoten dus meegaan. “Sterre komt zo goed mee, dat had ik een jaar geleden nooit verwacht.” -“Nou, die is enorm vooruitgegaan. Maar Bikkel heeft nog wel wat moeite hoor, die moet er hard aan trekken.”
Zo komt ieder kind langs, van groep 1 tot en met 8 van basisschool de Vlinderberg. En hoewel het natuurlijk bewonderenswaardig is dat deze mensensoort zulk een liefde aan de dag legt voor de kinderen die aan hen zijn toevertrouwd, is het als medereiziger een beetje vervelend om de hele tijd te moeten luisteren naar verhalen waarvan je geen idee hebt over wie het gaat. Zodoende moet je maar raden hoe het is afgelopen met Liselotte die van het klimrek viel en met wie Sem uit groep 7 in het fietsenhok is betrapt.
Beste manier om mee om te gaan: Zet een koptelefoon op en luister naar muziek. Let wel op dat je niet muteert tot een bontgekleurde boem-tss-boem-tss (zie boven). Een alternatief is om je in het gesprek te mengen: “Echt waar? Een 3 op zijn rapport? Nou, dat zullen zijn ouders niet leuk vinden, hahaha!” Resultaten kunnen variëren.
De shoplimbo
Heel veel leuke winkels zijn er niet in Schinveld of Heerlen. Dat is althans de conclusie die je mag trekken als je de hoeveelheid shoplimbo’s telt die zich dagelijks op het traject tussen Maastricht en Amsterdam begeven om een dagje in de Randstad te gaan winkelen. Als forens kom je ze meestal niet tegen in de ochtendspits: de shoplimbo heeft een vrije dag en gaat meestal wat later. Maar aan het einde van de dag gaan ze met z’n allen tussen vier en zes terug naar huis, want de aardappelen moeten gewoon op tijd op het vuur. Tassen vol kleding en andere spullen hebben ze bij zich, waarmee ze alle gangpaden blokkeren en soms zelfs vrije zitplaatsen.
Ze hebben tussen het winkelen door ergens ‘gezellig wat gedronken’ dus ze lopen waggelend en half-struikelend de trein in. Er is er altijd één die bijna weer uit de trein valt bij het naar binnen stappen. Dat vinden ze allemaal (ze reizen in roedels) natuurlijk hilarisch en ze kwetteren en lachen dat het een lieve lust is in dat mooie dialect dat ze Limburgs noemen. Als je al kunt verstaan wat ze zeggen, merk je dat het verder vooral gaat over de drukte en de ongezellige mensen en hoeveel beter het leven is in hun eigen dorp.
Beste manier om mee om te gaan: Neem een andere trein. Of zet weer je muziek aan. Als je liever hebt dat ze je de rest van de reis bewonderend en goedkeurend aankijken, biedt dan een ouder exemplaar je zitplaats aan. Dan kun je niet meer stuk en ben je ongetwijfeld nog weken onderwerp van gesprek in het dorp.
De trainee*)
*) Deze ondersoort noemde ik eerst ‘de spoorn00b’, maar een lezer kwam met ’trainee’ op de proppen. Veel beter, dus aangepast.
Niet iedereen reist elke dag met de trein. Voor de trainee is het alweer 30 jaar geleden. Sommigen van hen komen nog uit de tijd van de stoomtrein en zijn hevig verbaasd over de treinen anno 2015, met hun ‘elektriciteit’ en ‘die-gie-tale vertrekstaten’. Verwilderd kijken ze om zich heen, ondertussen luid schreeuwend dat “die deuren zomaar vanzélf open gingen.”
Ze weten niet goed wat ze met de ov-chipkaart aanmoeten. Het is aan de ene kant een geldig vervoersbewijs (mits opgeladen en ingecheckt), maar aan de andere kant is het een onbetrouwbaar stuk techniek dat ongetwijfeld zomaar kan ontploffen. De forens kan vanwege die juiste constatering wel enige sympathie opbrengen voor de trainee, want iederéén met hersens wantrouwt de ov-chipkaart.
Die sympathie verdwijnt echter snel wanneer je ziet hoe de trainee een hutkoffer probeert te duwen in de veel te nauwe opening voor bagage boven de zitplaatsen. Als de trein gaat rijden, valt alles naar beneden. Ze gaan ook het liefste lopen wanneer de trein nét het station verlaat en nog enige keren van spoor wisselt. Valpartijen en gebroken heupen zijn het gevolg. Wanneer er per ongeluk tóch iets is misgegaan met het inchecken, dan verwacht de trainee uitleg en coulance van de conducteur. De arme ziel. Overigens is het percentage trainee/shoplimbo-hybriden opvallend hoog.
Beste manier om mee om te gaan: Doe ‘ns gek, help ze uit de brand. Als je ze aanspreekt heb je wel kans op verschrikte blikken en pepperspray in je ogen, want de trainee heeft op het nieuws gezien hoe Nederland achteruit is gegaan de laatste jaren. Dat brengt ons trouwens op de laatste mensensoort die zich in en rond de treinen begeeft…
De junior mocro-maffia
Het komt gelukkig niet vaak voor, maar soms heb je de pech dat je in dezelfde coupé zit als leden van de junior mocro-mafia. Ze hebben nog niet genoeg geld bij elkaar gehosseld om een auto te kopen, dus maken ze de trein onveilig. Luidkeels scheppen de leden van deze soort tegen elkaar op over wie ze hebben neergestoken, welk sletje hun bitch is en hoe ze nog gaan afrekenen met die-en-die omdat hij een keer aan hun zusje heeft gezeten. “Als ik ‘m tegenkom, dan geef ik ‘m zo’n groot litteken op z’n gezicht dat-ie elke dag als ie in de spiegel kijkt aan mij denkt. Wolla, je weet toch.”
De andere reizigers in de coupé kijken elkaar vertwijfeld aan. Moeten we hier wat van zeggen? Of de conducteur erbij halen? Ze doen in feite niks strafbaars, maar ze hebben het wel over strafbare feiten die ze hebben begaan of nog van plan zijn te begaan. Ervaringen over hun tijd in de jeugdgevangenis delen ze ook graag, en ze wisselen de laatste roddels uit van grote broer Ali die in de Bijlmerbajes zit omdat hij als jihadist aan de grens met Syrië is tegengehouden. Dat ze zonder gêne hun misdaden bespreken en hun medereizigers de stuipen op het lijf jagen, is in feite niks meer of minder dan een gigantische opgestoken middelvinger naar de rest van de samenleving.
Beste manier om mee om te gaan: Het is niet aan te raden om verontwaardigd op te staan en te vragen of de heren misschien even willen dimmen. Of misschien wel, maar wie als eerste durft mag het zeggen. Om wraak te nemen kun je tijdens de verkiezingen op de PVV stemmen.