Stateside (7): De grotten van Santa Cruz Island
Dinsdag 4 november 2008
Als het aan bepaalde politici ligt, dan staat de Californische kust binnen de kortste keren helemaal vol met appartementen en olieboorplatforms. Levert geld op, zeker qua campagnedonaties van oliemaatschappijen en projectontwikkelaars. Dat zoiets niet helemaal lekker ligt bij een aanzienlijk deel van de behoorlijk milieubewuste bevolking van deze staat, mag duidelijk zijn. Zeker in deze verkiezingstijd vind je overal spandoeken, borden en posters die de kiezers oproepen om vooral tégen maatregelen te stemmen die de natuur kunnen beschadigen.
Wat betreft groen denken lopen ze hier voorop, zeker op de universiteit. Ze kunnen hier niet vaak genoeg duidelijk maken dat het gras besproeid wordt met ‘reclaimed water’ ofwel hergebruikt water dat uit het riool komt en van de drollen is ontdaan. De strandshuttles in Santa Barbara lopen op elektriciteit, onbespoten voedsel dat in de directe omgeving is geoogst doet het goed op de farmer’s markets (‘support your state’, staat er bij) en voor rotzooi op straat gooien krijg je een boete van honderden dollars.
Autogebruik verminderen
Op de dag van de presidentsverkiezingen moeten de inwoners van Santa Barbara County ook stemmen of ze ‘Measure A’ willen invoeren, dat is een maatregel die het fietsgebruik en openbaar vervoer moet stimuleren en het autogebruik verminderen. Tony Strickland, de senaatskandidaat die meer olieboringen aan de kust wil doorvoeren, krijgt de wind van voren in het progressieve stadskrantje Santa Barbara Independent.
Aan één kant hebben de natuurliefhebbers gelijk. Zo’n boorplatform langs de kust is pure horizonvervuiling, het voedsel dat te koop is bij Trader Joe’s of één van de farmer’s markets is echt wel lekkerder dan de ‘egg food products’ en kleffe wonderbread uit de supermarkt en achteloos weggegooide rommel op de stoep is ook maar irritant. Aan de andere kant: elke keer dat je boodschappen doet, verpakt de kassier je koopwaar in talloze plastic zakjes. Elke keer zit je met zes, zeven zakken die je weggooit wanneer je thuis bent. Het voedsel van Trader Joe’s is heerlijk, maar peperduur.
Benzineslurpers
Studenten rijden rond in dikke, benzineslurpende auto’s waar vaak niet meer dan één of twee personen inzitten. En koken? Veel Amerikaanse studenten halen dagelijks een kant-en-klare maaltijd, of liever bestellen ze er gewoon één. Dat levert natuurlijk een berg afval op. Een kilometers lang lint aan windmolens is net zo goed horizonvervuiling. Op deze manier bekeken lijkt die bezorgdheid om de natuur nogal hypocriet. In elk geval eenzijdig.
De reden dat ik het hier heb over milieuvraagstukken, is omdat ik wil benadrukken dat ze hier in Californië trots mogen zijn op hun natuurlijke omgeving. Trots en voorzichtig. Het is een zeldzaam mooie plek, die desondanks constant wordt bedreigd. Door vervuiling, door politici die in de zak van één of andere magnaat zitten, door ambitieuze projectontwikkelaars en doodgewone onachtzaamheid. Anders dan in Nederland bouwen ze vaak maar raak, want er is toch ruimte zat.
Zo lijkt het tenminste. Ik heb Amerikanen gesproken die in de vier jaar dat ze op UCSB zaten, de omgeving helemaal dichtgebouwd zagen worden, zeiden ze. Mij valt het niet op, maar het ontbreekt me aan vergelijkingsmateriaal.
Santa Cruz Island
Op vrijdag 17 oktober heb ik die mooie Californische natuur van dichtbij gezien, tijdens een boottocht naar Santa Cruz Island, één van de eilanden voor de kust van Santa Barbara. De Chumash-indianen die vroeger in de omgeving van Santa Barbara leefden, noemden het simpelweg “Limuw”, dat “in de zee” betekent. Het is een belangrijk natuurgebied dat geologie- en biologiestudenten van de uni geregeld bezoeken voor veldonderzoek.
‘s Morgens in de vroegte ging ik met Linde, een meisje van de Universiteit Utrecht en de Franse Victoire naar de haven om met de catamaran de overtocht te maken. We hadden ons samen met een stuk of veertig andere studenten ingeschreven voor deze excursie, georganiseerd door de ‘Adventure Club’ van de universiteit. Doel was om per kajak de grotten van het eiland te verkennen die rechtstreeks in verbinding staan met de zee.
Walvissen en dolfijnen
Onderweg zagen we al enkele onvergetelijke dingen, zoals een blauwe vinvis (toegegeven, alleen z’n rug) en een school van honderden dolfijnen. Het is een bijzondere ervaring als je weet dat er een enorme walvis rond je boot zwemt, terwijl het nog een beetje mistig is en de catamaran zijn motoren heeft uitgezet.
Je hoort niets dan het klotsende water en af en toe het spuiten wanneer de rug van het kolossale dier bovenkomt en hij uitademt door zijn luchtgat. De dolfijnen zijn weer een heel ander verhaal: zie het filmpje helemaal onderaan om te zien hoe deze dieren het leuk lijken te vinden om de boot uit te dagen voor een potje racen.
Eenmaal aangekomen bij het eiland ging de catamaran voor anker bij de rotsachtige kust. Er is geen strand, alleen steile kliffen, dus we moesten op de boot blijven. Een beetje zonnen terwijl andere studenten aan het zwoegen waren op school, dat konden we allemaal erg waarderen.
De temperatuur steeg tot 30 graden, gelukkig maar dat we een duik konden nemen in het heldere en ijskoude water. We moesten alleen even wachten tot de lifeguard aanwezig was, zonder hem mocht niemand het water in.
Kajakken op zee
Het aantal kano’s en kajakken was beperkt, vandaar dat we in drie groepen werden verdeeld die om beurten de grotten zouden gaan verkennen. Eenmaal in je bootje, kom je er snel achter dat het zwaar is om op zee te kajakken. De golven proberen je uit koers te halen, de rotsen zijn scherp en het is een hele opgave om tegen de stroming in te roeien. Maar ja, het heet niet voor niets Adventure Club, je moet er wat voor over hebben.
Hoe is dat nou, om per kayak een van de diepste zeegrotten ter wereld in te peddelen?
Hoe verder je binnen gaat, hoe meer het lijkt alsof je een andere wereld betreed. Of de keel van een zeemonster. Het geluid van de zee verdwijnt, net als het zonlicht dat je langzaam in de steek laat. Het enige dat je doet herinneren aan de oceaan is de deining van het water. Het lichtje op de helm van de gids beschijnt de muren, die beschilderd lijken vanwege de verschillende soorten gesteente en de algen die er op groeien.
Hipsterfluit
Dan haalt één van de aanwezige deelnemers een net iets te hipsterige indianenfluit tevoorschijn. Nee hè, niet het equivalent van de gitaarspelende douchebag die je vaak rond een kampvuur aantreft, denk je nog even.
Maar toch, de fluitspeler kan echt spelen en weet een mysterieuze, doordringende melodie uit het instrument te krijgen. Dat geluid, de weerklinkende echo en de duisternis in die ‘beschilderde’ grot zorgen voor een haast mystieke ervaring.
Bij terugkomst in de haven van Santa Barbara weet je inderdaad zeker dat de natuur in Californië erg bijzonder is. Hopelijk blijven de bewoners hier hun omgeving op waarde schatten en laten ze dat merken als er weer eens een referendum is.
Als bonus dit filmpje dat ik maakte van de school dolfijnen die onze boot passeerde:
Lees ook het volgende verslag, over de presidentsverkiezingen. De andere verslagen gemist? Lees dan over de aankomst in San Francisco, het fietstochtje door de Bay Area, de nieuwe vrienden op UCSB, de feesten, de opening van het academisch jaar en de road trip naar Malibu en Santa Monica.