Libanon (2a): Baalbek, het grootste heiligdom uit de Romeinse tijd
Een flauwe grappenmaker zou zeggen dat je voor Libanese ruïnes Beiroet niet uit hoeft. Daar, ik heb ‘m zelf maar gemaakt. Is het je om overblijfselen uit de oudheid te doen, dan kun je in Libanon terecht voor fascinerende antieke tempels, paleizen en badhuizen. Vooral uit de Romeinse tijd is veel moois bewaard gebleven.
Zonder twijfel het indrukwekkendste antieke overblijfsel in Libanon is het tempelcomplex in Baalbek, gelegen in het noordelijke deel van de Bekaa-vallei. De Bekaa-vallei beslaat het oostelijke gedeelte van Libanon, dat tussen het Libanongebergte en de anti-Libanon (grotendeels in Syrië) ligt.
Dit heidense heiligdom en pelgrimsoord is grotendeels afgebouwd in de eerste eeuw na Christus. Als fundament heeft het enkele van de grootste steenblokken die ooit in een menselijke constructie zijn gebruikt. Het is nog steeds niet helder hoe de bouwers deze op hun plek hebben gekregen.
Eerder werd op deze plek de Kanaänitische god Ba’al vereerd, in de Hellenistische tijd (na de veroveringen van Alexander de Grote, dus ná 323 voor Christus) werd het een cultus voor de zonnegod Helios. Het naburige stadje kreeg de naam Heliopolis, Zonnestad. Toen de Romeinen het gebied kort voor het begin van de jaartelling inlijfden, vestigden ze op dezelfde plek een Jupitertempel. Hier lees je meer over al die bouwfasen.
Eeuwenlang aan verder gebouwd
Als je vindt dat het al lang duurt tot de Sagrada Familia in Barcelona eindelijk is afgebouwd: het complex in Baalbek is eeuwenlang verrijkt met nieuwe aanbouwen, zoals tempels voor de goden Bacchus, Venus en Mercurius. Een zeshoekig voorhof deed vermoedelijk dienst als massaal bassin voor rituele wassing -bijna een soort zwembad- en werd nog in de derde eeuw gerenoveerd.
Op een groot plein voor de trappen naar de ingang (het heiligdom staat op een plateau van zo’n 7 meter, zie de afbeelding helemaal bovenaan) zal het een gekrioel zijn geweest met souvenirverkopers, offerdieren en jochies die beloofden voor een kleine vergoeding op je ‘gewone’ kleren te passen terwijl jij als pelgrim een ritueel gewaad aantrok. Al die pelgrims moeten hun bestemming, na een risicovolle reis van waarschijnlijk weken of maanden, vol emotie en ontzag hebben aanschouwd.
Gekaapt voor Constantinopel
Interessant genoeg is de eigenlijke Jupitertempel grotendeels verdwenen door aardbevingen en hergebruik van materialen. Zo zijn meerdere van de pilaren verscheept naar Constantinopel (het huidige Istanboel) voor de bouw van de Hagia Sophia. Er staan nog zes pilaren overeind, die reiken zo’n twintig meter hoog.
Nog wél goeddeels intact zijn de tempel voor Bacchus en de Venustempel. De Bacchustempel is groter dan het Parthenon in Athene en véél beter bewaard gebleven. Van de Mercuriustempel is nagenoeg niets over, de Venustempel wordt tegenwoordig van de rest van het complex geschieden door een autoweg.
Om zo’n enorm heiligdom te laten verrijzen op deze afgelegen plek moet je behoorlijk rijk zijn. Met andere woorden: alleen de Romeinse keizer kon dit betalen. Het complex van Jupiter Optimus Maximus Heliopolitanus, zoals het heette, markeerde min-of-meer de oostgrens van het rijk. Het diende als baken voor vriend en vijand: vanaf hier worden de goden van Rome aanbeden.
Tumult in vele talen
In die tijd zou je de rookpluim van verbrande dierenoffers al van kilometers ver hebben kunnen zien. Drommen pelgrims die samenkomen, tumult in vele talen, het geloei, geblaat en gekoer van offerdieren… zelden zag ik zo duidelijk voor me hoe het destijds moet zijn geweest. De drukte van dergelijke heilige plaatsen vind je tegenwoordig in Jeruzalem, Mekka, Santiago de Compostela en Mashhad, om maar wat te noemen.
De Duitse keizer Wilhelm II bezocht Baalbek in 1898 en bracht een inscriptie aan in de Bacchustempel. Hij herstelde ook deels de trappen die toegang geven tot het geheel. Toen de Ottomaanse Turken het gebied beheersten, deed het statige complex namelijk dienst als fort en hadden ze die trappen verwijderd. Dit is overigens dezelfde Wilhelm die tijdens zijn reis door het Midden-Oosten de muren van Jeruzalem deels afbrak om er met zijn gevolg doorheen te marcheren.