RPG’s voor de Super Nintendo (8): Nice to play – Japan
Niet de allerbeste, maar toch behoorlijk goed. Dit zijn de Japan-only RPG’s die op een gezamenlijke tweede plaats staan. Voor deze titels geldt nog meer dan bij de andere ‘nice to play’-lijsten dat je persoonlijke smaak en voorkeuren voor een groot deel bepalen welke van onderstaande games jou zullen aanspreken. Wil je vooral aan de slag in menuschermen of liever wat meer directe actie? Ga je voor een goed verhaal of strategische diepgang? Lees en bepaal zelf!
Bahamut Lagoon
Nog een game die net als Seiken Densetsu 3 al vroeg de status van ‘verborgen juweel’ verwierf. Het is één van de eerste Japanse RPG’s die een onofficiële vertaling kreeg. Ene ‘Tomato’ begon ergens in 2001 aan de klus en klaarde die maanden later, onder andere met hulp van de eerder genoemde Neil Corlett.
Is de bewieroking van dit spel terecht? Ja en nee. Als SNES-fanboy kun je niet anders dan ontzettend blij worden van de presentatie. De eerste keer dat ik het zag, inmiddels heel wat jaren geleden, hing m’n tong op m’n schoenen. Wáárom was deze game niet naar Europa gekomen? Even los van het officiële antwoord (het kwam pas in 1996 uit en vertalen zou een jaar in beslag nemen): deze lange, trage game vereist behoorlijk veel geduld en doorzettingsvermogen.
Als speler neem je de leiding over een groep vrijheidsstrijders in gevecht met een tirannieke machthebber. Interessant is dat veel ‘onderdrukte’ burgers de gewapende vrede eigenlijk best prima vinden. Ze zitten niet te wachten op een clubje relschoppers dat oorlog gaat voeren.
Bahamut Lagoon is een strategie-RPG maar verschilt nogal van Tactics Ogre. Daar zit je wat dichter op de huid van de personages, waar één personage voor één vechter staat. In Bahamut Lagoon schuif je met poppetjes over een groot speelveld. In confrontatie met vijanden zie je dat ieder poppetje een groep van vier vechters voorstelt, waarbij je aan iedere groep een draak toewijst.
Die draken zijn essentieel in het spelsysteem van Bahamut Lagoon. De krachten, zwakheden en andere status-elementen van je vechters zijn direct gekoppeld aan hun draak. Eenvoudig voorbeeld: als je een vuurdraak aan een groep magiërs linkt, dan zijn hun vuurspreuken krachtiger. Gevechten duren gemakkelijk een uur. Daarna volgen doorgaans scènes waarin het verhaal wordt uitgediept en die net zoveel tijd in beslag nemen.
Bahamut Lagoon ziet er fantastisch uit, met name de intro perst het maximale uit de SNES. Er zitten wel wat botsende stijlen in. De draken bijvoorbeeld zien er prachtig en vervaarlijk uit in het gevechtsscherm, maar in het overzichtsscherm waar je je karakters hun marsorders geeft, lijken ze op Pokémon-achtige knuffeldiertjes.
Het kostte mij mede om deze reden wat meer moeite om ‘erin te komen’ dan bij Tactics Ogre. Dat is verder geen reden om je neus voor deze titel op te halen. De sfeer, het tragische verhaal en vele mogelijkheden maken het anno 2018 nog steeds de moeite waard. Niet slecht voor een game van bijna 23 jaar oud.
Bahamut Lagoon is heruitgegeven als downloadbare titel op de Japanse Wii en Wii U. De onofficiële vertaling emuleren is de meest voor de hand liggende optie om de game in het Engels te spelen.
Chaos Seed
Een ongewone titel van Neverland, de makers van Lufia. Je personage is een Dousen, een soort mystieke architect die ondergrondse kamers en gangenstelsels bouwt. Dat doet hij of zij dichtbij energiestromen die ‘dragon veins’ (drakenaderen) heten.
Het idee is dat de vormen en functies van de kamers die je creëert, de gezondheid van de aarde positief beïnvloeden en daar tegelijk kracht aan ontlenen. Je bouwt als het ware ‘drukpunten’ in de aarde.
Toepasselijk heeft de game als ondertitel ‘The Feng-Shui Chronicles’, want het is op deze filosofie gebaseerd. Feng-Shui is een soort harmonisatieleer waarin wordt gestreefd naar een optimale relatie tussen de mens en diens leefomgeving. Doel is balans tussen natuurlijke en gecreëerde vormen tot stand brengen. Dat is precies waar het in deze game om draait.
Chaos Seed is een interessante titel omdat het zo onconventioneel is. Een combinatie tussen Sim City en Zelda, al dekt die beschrijving de lading ook niet echt. In plaats van dat je schatten en andere waardevolle zaken rooft uit de onderwereld, laat je de grotten en kerkers juist floreren.
In dat opzicht lijkt het op de PC-game Dungeon Keeper uit 1997. Met als belangrijk verschil dat je hier geen kwaadaardig personage speelt, maar een mythische bewaker van de ondergrondse orde.
Er zijn drie soorten grondstoffen waarmee je je bouwlust financiert. Met Energy kun je kamers en gangenstelsels bouwen. Hoe groter, hoe meer energie dat kost. Met Sentan kun je deze kamers upgraden. Dungeon Points heb je dan weer nodig om überhaupt te kunnen bouwen, ongeacht de grootte van de constructie.
Boze geesten en demonen, maar ook schattenjagers en plunderaars proberen je te hinderen in je werk. Sommige menselijke tegenstanders zien je zelfs aan voor een slechterik en denken dat ze de wereld redden door jouw personage uit te schakelen. Je hebt gelukkig een behoorlijk arsenaal aan moves om deze tegenstand in real time het hoofd te bieden.
Je wordt in de strijd bijgestaan door mythische wezens, goden en godinnen, vaak gebaseerd op Chinese of Japanse folklore en natuurreligies. Gevechten zijn dankzij de beschikbare special moves en de hulp van je fantasievolle helpers erg onderhoudend.
Effectief bouwen is behoorlijk lastig onder de knie te krijgen, het is maar goed dat je tijdens het eerste uurtje een uitgebreide instructie krijgt van je leermeester. Na deze intro volgen meerdere scenario’s die allemaal hun eigen verhaal en doel hebben, met steeds uitdagender puzzels en opdrachten. Aanrader als je de wereld van RPG’s eens van de onderkant wilt bekijken. Er is alleen een Japanse heruitgave voor de alweer bijna vergeten Saturn van Sega.
Energy Breaker
Nog een game van Neverland, ditmaal een strategische RPG. Zoals wel vaker in dit genre heb je behoorlijk wat tijd nodig om erin te komen, zeker een uur of tien. Ook al ziet het er kleurrijk uit, een beetje meisjesachtig zelfs, Energy Breaker is een beest van een spel.
Wie een game zoekt om ‘even lekker snel te spelen’ moet op zoek naar iets anders. Wie doorzet, wordt beloond met een bijzonder verhaal dat je dankzij de uitstekende vertaling eindelijk kunt ervaren zoals Japanse spelers in 1996. De personages zijn sterk neergezet, met goeie dialogen en verborgen grapjes. Volgens de hacker die verantwoordelijk was voor het implementeren van de Engelse tekst is dit de langstlopende vertaalklus geweest van de emulation-gemeenschap.
Net als het hierboven genoemde Tactics Ogre geef je commando’s aan personages in een speelveld vanuit een isometrisch perspectief. Ieder karakter heeft een aantal balance points tot zijn of haar beschikking. Elke handeling kost punten: bewegen, aanvallen, toverspreuken, voorwerpen gebruiken etc. Een personage dat gewond raakt, verliest naast levenskracht ook balance points en is daarmee minder nuttig in de strijd.
Kun je in bijvoorbeeld Final Fantasy nog wel een speelbeurt verprutsen, hier komt iedere misstap je duur te staan. Marcheer je recht op je vijand af, met het gevaar dat je niet genoeg punten hebt om aan te vallen? Of wacht je juist af en loop je het risico een paar tikken te krijgen? Een verkeerde keuze kan snel leiden tot het ‘game over’-scherm.
Persoonlijk heb ik niet zoveel met dergelijke strenge systemen, vooral omdat je gedurende het spel zóveel gevechten levert. Ben je aan het dwalen door een grot, kerker of ander level op zoek naar de uitgang, dan kan het zomaar gebeuren dat je meerdere keren wordt opgewacht door eerder verslagen vijanden. Zo kom je wel aan 50 uur speeltijd.
De vaardigheden van je personages zijn gelinkt aan de elementen vuur, wind, water en aarde. Die hebben in dit spel ieder ook nog een licht en een donker aspect. Als een spreuk bijvoorbeeld 2 lichte waterpunten en 1 donker vuurpunt kost, dan moet je karakter op z’n minst dat puntenaantal hebben vrijgespeeld. Ingenieus, maar iets te abstract voor mij.
Hoofdkarakter is de jonge vrouw Myra die ene generaal Leo alias ‘The Whirlwind General’ zoekt. Hij zou Myra kunnen helpen haar verloren geheugen terug te vinden. Ze komt vervolgens terecht in een complex verhaal waar grote thema’s niet worden geschuwd, zoals het een echte Japanse RPG betaamt. Beetje flauw: het is weer eens anti-religieus.
Alles bij elkaar geen persoonlijke favoriet, maar Energy Breaker is overduidelijk met zoveel liefde en aandacht gemaakt dat het niet mag ontbreken in deze lijst. De uitstekende, onofficiële vertaling doet bovendien recht aan het spel. Een aanrader voor fans van het genre. Voor zover ik weet is er geen heruitgave of remake.
Treasure Hunter G
Deze titel is gemaakt door het bedrijf Sting, dat een paar jaar later op de Game Boy Advance scoorde met Yggdra Union en Riviera: The Promised Land. Het is de allerlaatste RPG voor de Super Famicom waar Square bemoeienis mee had voordat het bedrijf zijn loyaliteit als RPG-hofleverancier aan Sony’s Playstation gaf.
Je begint het spel als de broertjes Red en Blue (Red heeft verwarrend genoeg een dikke blauwe haardos). Zij logeren bij hun grootvader terwijl hun vader op schattenjacht is. De afwezigheid van pa wordt de jongens echter teveel, dus gaan ze hem achterna. Samen met twee andere spelfiguren, het meisje Rain en haar aapje Ponga, proberen Red en Blue het geheim van de Ferric Falcons te ontrafelen, gigantische ijzeren vogels.
Het bijzondere aan Treasure Hunter G is dat het de complexe gameplay van een strategy-RPG (vechten op een grid, positionering op het speelveld, loopafstand etc.) vereenvoudigt zonder dat het simplistisch wordt. Hier schuif je niet met legers over een strijdperk, maar met een stel koddige koters en een aapje. Het speelt een beetje als Chrono Trigger omdat je vijanden op het scherm gewoon kunt zien. Hier geen ‘random encounters’.
Ga je het gevecht aan, dan beland je op een strijdperk dat is verdeeld in blauwe, gele of rode tegels. Op de gele tegels kosten handelingen twee keer zoveel handelingspunten als op de blauwe. Op de rode kosten ze weer tweemaal zoveel als op de gele. Je moet daarom goed opletten van welke kant je vijanden benadert en hoeveel punten je spendeert aan lopen. Hoe directer je de afstand tot vijanden overbrugt, hoe vaker je kunt aanvallen.
Zoals in de meeste RPG’s met een strategische invalshoek maakt het ook hier verschil van welke kant een aanval komt. Het is hier wel iets eenvoudiger: zowel je spelfiguren als vijanden hebben een overzichtelijke ‘front defence’ en een ‘back defence’. Die laatste beïnvloedt ook schade die van de zijkant komt.
Als je denkt dat Tactics Ogre of Energy Breaker te lastig zijn en je wilt gewoon genieten van een leuk verhaal dat zichzelf niet al te serieus neemt, probeer dan eens deze titel. Het wordt nergens zo episch als Chrono Trigger of ambitieus als Bahamut Lagoon, maar de presentatie van het totaalpakket is dik in orde.
Treasure Hunter G is nooit heruitgegeven en heeft ook nooit een officiële vertaling gekregen naar het Engels. Het spelen van de gehackte versie lijkt daarmee de enige mogelijkheid voor spelers die het Japans niet machtig zijn om deze 16-bit zwanenzang van Square te ervaren.
Ball Bullet Gun
Soms speel je een game die een behoefte vervult waarvan je niet wist dat je die had. Ball Bullet Gun is er zo één, een prima strategische RPG over Airsoft. Voor wie het niet kent: Airsoft is een activiteit waarbij je met bb-guns plastic balletjes op elkaar afvuurt, een beetje vergelijkbaar met paintball maar dan ‘echter’ door het gebruik van replica’s van echte wapens. Menig vrijgezellenfeest is er al mee opgeluisterd.
In deze game stel je een team samen van maximaal acht koddige figuurtjes om de strijd aan te gaan met concurrenten. Het doel verschilt per missie: alle vijanden uitschakelen, een vlag veroveren of een bepaald gebied bereiken. Je bouwt zelf een team met één leider (de allrounder) en een combi van aanvallers, verdedigers, sluipschutters en verkenners. Elke job heeft andere sterke punten. Zo overbruggen verkenners grotere afstanden en kunnen sluipschutters verder kijken.
Zoals in de meeste strategische RPG’s verloopt een gevecht in speelbeurten. Tijdens jouw beurt verplaats je je teamleden, probeer je vijanden te spotten en uit te schakelen. Daarna gaat de beurt naar de tegenstander die hetzelfde probeert. Wat de potjes Airsoft zo spannend maakt, is dat je de tegenstander pas ziet op het moment dat ze in het blikveld komen van één van je teamleden. Aan het begin van een potje weet je dus niets over de positie van de vijand.
Als de computer aan de beurt is, verandert het scherm heel ingenieus in een zij-aanzicht waarbij je hints krijgt over de positie van je vijanden. Jouw teamleden roepen bijvoorbeeld dat ze ‘van rechts’ onder vuur liggen of iemand zien lopen. Je kunt aan het geluid van de voetstappen horen op welk terrein je tegenstanders zich bevinden.
Zodra de beurt weer aan jou is, moet je op basis van die hints uitvogelen waar de vijanden zich op het speelveld bevinden. Van jouw kant is het zaak om toe te slaan terwijl je zorgt dat je teamleden aan het einde van de beurt weer uit het blikveld van je tegenstander zijn verdwenen.
Je kunt Ball Bullet Gun ook met twee spelers doen, al is dat lastig: bij iedere beurt moet de andere speler wegkijken van het scherm. Een spannende, lastige, maar verder pretentieloze game waar geen heruitgave van is.
Magical Land of Wozz
Chou-Mahou Tairiku Wozz op z’n Japans. Het ziet er op het eerste gezicht misschien wat standaard uit, maar Wozz is een hele vermakelijke RPG die zichzelf niet al te serieus neemt. Het spel spot met genreclichés. Een tovenaar uit de magische wereld van Wozz probeert een held van de planeet aarde op te roepen om af te rekenen met het kwaad dat zijn planeet teistert. De spreuk lukt… enigszins. In plaats van een grote krijger staan er drie tieners voor de neus van de tovenaar.
De tovenaar en zijn helpers moeten roeien met de riemen die ze hebben. Dus krijgen de drie jongeren passende kleding aangemeten, ontvangen ze nog wat tekst en uitleg en worden op pad gestuurd. Nu wil het geval dat aardbewoners in de wereld van Wozz speciale vaardigheden hebben. Die komen goed van pas op hun missie.
De bewoners van Wozz hebben ooit zelf de connectie tussen hun wereld en de aarde verbroken, omdat aardbewoners door de mysterieuze kracht ‘wetenschap’ steeds machtiger werden. De tegenstelling tussen aardse uitvindingen en het bovennatuurlijke wordt volop ingezet in het verhaal én in het spelsysteem. Naast magie gebruik je technologische vondsten zoals robots en gemotoriseerde voertuigen.
Je kunt je team uitbreiden tot acht spelfiguren. Afhankelijk van welke aardbewoner leider is van je team, verloopt het verhaal anders en krijg je een verschillend einde. De zeer adequate, onofficiële vertaling is afkomstig van Translation Corporation, De eerste versie daarvan is van 2006, in 2014 verscheen de laatste update.
Het vechtsysteem is niet bijzonder vernieuwend, maar werkt goed. Het spel verloopt in een rustig tempo dus speel vooral niet te gehaast. Ook al kwam deze game redelijk laat uit in het 16-bit tijdperk, de graphics halen het bij lange na niet bij vergelijkbare titels. Ze hebben iets weg van Breath of Fire II: kleine sprites, maar veel details.
Emerald Dragon
Een goede RPG treft een balans tussen een interessant spelsysteem en een goed verhaal. Sommige games neigen naar het eerste, wat vooral wordt gewaardeerd door spelers die graag bezig zijn met customizen, aanpassen en optimaliseren van hun spelkarakters. Emerald Dragon is een voorbeeld van een RPG waar juist veel meer nadruk ligt op het verhaal.
Als je houdt van complexe vechtsystemen met veel mogelijkheden en strategische diepgang, zoek dan verder. Houd je van een goed verteld verhaal (dat in deze game dankzij het hierboven al genoemde Translation Corporation goed uit de verf komt) dan is dit iets voor jou.
In Emerald Dragon is de hoofdrol weggelegd voor de draak Atrushan. Hij is op zoek naar de jonge vrouw Tamryn, die als kind na een schipbreuk is opgevoed door de drakenfamilie van Atrushan. Toen ze volwassen werd, is Tamryn teruggekeerd naar de mensenwereld, die voor draken ontoegankelijk is. Atrushan brak één van zijn hoorns af en gaf deze aan het meisje mee. Als ze ooit in de problemen kwam, moest ze op de hoorn blazen.
Die tijd is nu gekomen. Draken kunnen door een vloek helaas niet in hun echte vorm in de mensenwereld overleven. Voordat hij vertrekt, moet Atrushan op aanwijzing van zijn grootvader daarom een voorwerp vinden waarmee hij zich in een mens kan veranderen.
Nadat Atrushan is getransformeerd in een knappe, roodharige jongeman (ze bestaan blijkbaar), spoedt hij zich naar de wereld der mensen. Daar ontdekt hij al snel dat er oorlog dreigt en dat hij, Tamryn en andere spelkarakters er alles aan moeten doen om de vrede te herstellen.
Het vechtsysteem van Emerald Dragon is niet erg diepgaand. De spelkarakters staan in een veld tegenover vijanden en die val je aan door er simpelweg tegenaan te lopen. Hoeveel schade je doet, is afhankelijk van de afgelegde afstand tot de vijand. Hoe meer gezette stappen, hoe minder bereik je overhoudt.
Je bestuurt overigens alléén Atrushan zelf, de andere karakters worden automatisch bestuurd. Zo gebeurt het dus dat je constant wordt genezen door andere karakters, die daar uit eigen initiatief voor kiezen. Je hoeft je geen zorgen te maken dat dit teveel magiepunten kost, want die zijn er niet. Het vechten vormt dus niet per se de grote uitdaging die sommigen misschien zoeken in een RPG. Het gaat wél lekker snel.
Grafisch is het niet bijzonder indrukwekkend, maar het is zeker niet lelijk. De grappige mimiek van de gepixelde spelfiguren en de mooie portretten tijdens dialogen verlevendigen het toch al sterk vertelde verhaal. Dit spel is eerder uitgekomen op Japanse homecomputers en de CD-versie van de PC Engine. Daarvan is echter geen vertaling beschikbaar, dus de Super Famicom-versie moet je hebben als je Emerald Dragon wilt proberen. Er is verder geen heruitgave.
Ganpuru: Gunman’s Proof
Weer een beetje gesmokkeld, want Ganpuru: Gunman’s Proof is geen echte RPG maar eerder een Zelda-achtige game. In het geval van Ganpuru mag je gerust van een kloon spreken, het lijkt allemaal érg op Nintendo’s paradepaardje. Groot verschil is dat je hier niet in het fantasieland Hyrule rondloopt, maar op een eiland (?) in het Amerikaanse Wilde Westen.
De hoofdrolspeler jaagt op buitenaardse wezens die de prairies en ranches onveilig maken. Het monster Demi is verantwoordelijk voor de buitenaardse wetteloosheid op dit voorheen zo vredige eiland. Om hem te overwinnen, moet je in acht kerkers voorwerpen vinden die Demi kunnen terugsturen naar waar hij vandaan komt.
Uit alles blijkt dat Zelda: A Link to the Past de grote inspiratiebron was voor de makers. De gelijkenis valt vooral op door de wijze waarop de kerkers zijn ontworpen: de vorm van de deurtjes, de fakkels en kandelaars bij de ingang, de doorgangen die pas opengaan nadat je alle vijanden in een ruimte hebt verslagen. En steevast een eindbaas in de laatste kamer -inclusief symbool voor zijn deur die duidelijk maakt dat je je moet klaarmaken voor de strijd.
Het wordt nergens zo briljant als Zelda, maar dat is ook bijna niet mogelijk. Vind je Zelda leuk en wil je eens door duistere gangen dwalen met pistolen en machinegeweren in plaats van het Master Sword, dan is Ganpuru: Gunman’s Proof een leuke snack.
Deze game verscheen in januari 1997 in Japan, in dezelfde maand dat Final Fantasy VII uitkwam voor de Playstation. Een kansloze strijd natuurlijk. Meteen de laatste titel van de nagenoeg onbekende maker Lenar. Geen heruitgave bekend.
Terug naar ‘Must play‘ of verder naar ‘Don’t play‘ (Japan).
De overige delen in de serie: