De Star Wars-prequels gefileerd
Eindelijk durf ik toe te geven wat ik al jaren diep in mijn hart voel. Ik vind de Star Wars prequel-trilogie stinken. Heel erg.
Zo, dat is eruit. Jarenlang heb ik rondgelopen met een knoop in mijn ziel. Wilde ik uit alle macht acteur Hayden Christensen (Anakin Skywalker) géén levenloze paspop vinden. Probeerde ik te ontdekken of er misschien tóch een sprankje menselijkheid te ontwaren viel in die emotieloze steriliteit vol computer generated imagery.
Ik mag mijn vruchteloze pogingen staken en met een zucht zeggen: de Star Wars prequel-trilogie is het bekijken niet waard.
Filmmaker biedt therapie
Voor deze realisatie ben ik dank verschuldigd aan de Amerikaanse filmmaker Mike Stoklasa. Hij heeft zowel The Phantom Menace, Attack of the Clones als Revenge of the Sith op het hakblok gelegd, in stukken gesneden, gefileerd, stukgekauwd en vervolgens uitgespuugd. En dat heeft hij allemaal als video op zijn website redlettermedia gezet, zodat de hele wereld zijn briljante en vernietigende analyse als therapie kan gebruiken.
Het leuke is dat hij niet gewoon een leunstoelcriticus is die een tirade voor de webcam afsteekt, maar dat hij zijn recensies in filmvorm giet. Stoklasa neemt het personage aan van Harry S. Plinkett (je snapt ‘m vast wel), een scheldende, halfdronken redneck die op hilarische wijze commentaar geeft op de prequels.
De video’s zijn pseudo-amateuristisch gemonteerd met expres onbeholpen afbrekingen en korrelig beeld. Door middel van first person-shots en flashbacks ontdekt de kijker dat Plinkett tussen het recenseren door skeletten in zijn kelder bewaart, vrouwen ontvoert, zijn echtgenote heeft vermoord en kinderen steelt uit supermarkten. Liefhebbers van morbide humor zullen er zeker om kunnen lachen.
De opening van de eerste video zet meteen de toon:
Star Wars The Phantom Menace was the most disappointing thing since my son. […] Although my son eventually hanged himself in the bathroom of the gas station, the unfortunate reality of the Star Wars prequels is that they’ll be around… forever.
George Lucas verkwanselt zijn erfenis
Als filmmaker wijst Stoklasa -pardon, Plinkett- op de talloze manieren waarop George Lucas de erfenis van zijn geesteskind verkwanselt. Voorbeeld: de reden dat Jedi’s zoveel kennis van The Force hebben, komt opeens vanwege het hoge gehalte aan midi-chlorians in hun bloed.
Huh? Wat? Ja ja, dit zijn eencellige organismen die in zeer hoge concentratie door het bloed van Jedi’s stromen. Met dit quasi-wetenschappelijk gelul verbant George Lucas vakkundig het sprookjesachtige en spirituele uit Star Wars.
Zielloze choreografie
En dan de lightsabers. “This weapon is your life”, drukt de jonge Obi Wan zijn pupil Anakin in de nieuwe trilogie op het hart. Oh ja? In The Empire Strikes Back uit 1980 zien we Yoda als ultieme Jedi-Master niet één keer zo’n lightsaber gebruiken. Met zijn korte gestalte is hij de belichaming van het idee dat je met The Force aan je zijde niet groot, krachtig of gewapend hoeft te zijn.
De schaarse lightsaber-gevechten in de oorspronkelijke films zaten vol spanning en waren in al hun simplisme geloofwaardig. In de nieuwe films zijn ze verworden tot een indrukwekkende, maar zielloze choreografie.
Verder komt bij Plinkett ongeveer alles aan bod waar fans en critici de afgelopen jaren om vloekten: het bloedirritante mannetje dat de jonge Anakin speelt in The Phantom Menace, animatie-drol Jar Jar Binks, de verbijsterend saaie openingsscène van de eerste film, de ongeloofwaardige liefde tussen Anakin en Padme Amidala in de twee vervolgen, de tranentrekkend slechte dialogen en het feit dat niemand door heeft dat chancellor Palpatine vanuit de schaduwen aan alle touwtjes trekt.
Oeps, dat was een spoiler.
Wat nou vriendschap?
“He was a good friend”, spreekt Ben Kenobi in de allereerste Star Wars uit 1977 over Anakin. Nou, daar is in de prequel-trilogie niks van te merken. Anakin en zijn leermeester vitten op elkaar als een stel ouwe wijven. Wat nou vriendschap?
Dat sommige fanboys wijzen op allerlei slecht geschreven Star Wars-romans waaruit die vriendschap wél zou blijken, is voor Plinkett reden om te schuimbekken van woede. “HET GAAT OM DE FILMS!” Gelijk heeft-ie.
Het meest treffende gedeelte van de driedelige recensie is het moment waarop Stoklasa zijn vrienden vraagt personages uit de oude én de nieuwe trilogie te beschrijven zonder hun naam, uiterlijk of beroep te noemen.
Bij klassieke personages als Han Solo blijkt dat gemakkelijk (een avonturier, een schavuit, een rokkenjager), maar bij nieuwe karakters als Qui-Gon Jinn of Queen Amidala blijkt dat onmogelijk, omdat deze personages platter zijn dan een aflevering van Oh Oh Cherso.
Mankementen blootgelegd
Bij het ‘behind the scenes’-materiaal wijst Plinkett heel pijnlijk op de sceptische uitdrukkingen, onbeholpen lofuitingen, strak voor zich uit starende en moedeloos kijkende medewerkers van Lucas, die het niet aandurven keizer George tegen te spreken.
Lucas zelf, die voor de allereerste Star Wars uit 1977 nog zoveel moeite deed een revolutionaire film te maken, komt voor deze nieuwe versies zijn regisseursstoel niet meer uit. Waarom zou hij ook? Alles is in een studio geschoten, voor een green screen waar de computerexperts later de plaatjes bij zetten.
Het alter ego van Mike Stoklasa legt deze mankementen keihard bloot. George Lucas is een keizer, maar eentje die zijn kleren lang geleden is verloren. Dankzij Harry S. Plinkett durf ik dat nu ook toe te geven. Wat een bevrijding!
Zelf kijken? Je kunt beginnen met deel 1 over Episode 1: The Phantom Menace: