Trials of Mana uitgespeeld, een wereld in kaart gebracht

Eindelijk kan ik het langverwachte vervolg op Secret of Mana van mijn bucketlist schrappen: Trials of Mana is uitgespeeld. Het inspireerde me zelfs tot het maken van een wereldkaart, die nieuwe spelers hopelijk wat makkelijker door de spelwereld loodst.

Dankzij de grote serie met RPG-besprekingen van een tijd geleden, kreeg ik zin om eindelijk eens helemaal in Seiken Densetsu 3 te duiken. Sinds 2018 is dit spel in het westen bekend onder de naam Trials of Mana.

Om de officiële lokalisatie van deze game ‘langverwacht’ te noemen is een understatement: we hebben er bijna 25 jaar op moeten wachten. Er bestaat al héél lang een onofficiële vertaling, maar die heb ik ondanks een paar voorzichtige pogingen nooit uitgespeeld. Misschien was ik bang dat de gehackte rom niet aan mijn hooggespannen verwachtingen zou voldoen.

Uren speelplezier

Nu is het er eindelijk van gekomen om Trials of Mana in de officiële vertaling helemaal uit te spelen. Was het de 30 uur speeltijd waard? Absoluut. Met name als je een zwak hebt voor RPG’s uit de jaren negentig natuurlijk. Het ziet er prachtig uit en klinkt net zo mooi. Het spritewerk heeft ontzettend veel details en zou als kunstwerk aan de muur kunnen.

Meest in het oog springend element van Trials of Mana is de drievoudige verhaallijn: je zelf gekozen combinatie van drie personages (uit een totaal van zes) bepaalt het verloop van het verhaal. Afhankelijk van de combinatie die je kiest, neemt je groep helden het op tegen één van de drie mogelijke slechteriken.

Conflicten in fantasiewereld

De wereld van Trials bestaat uit zes koninkrijken op voet van oorlog, ieder personage is afkomstig uit één van deze landen. Wanneer je kiest voor twee personages van wie de thuislanden met elkaar in conflict zijn, wordt het verhaal iets uitgebreider (je derde personage maakt niet zoveel uit).

De ‘juiste’ combinaties zijn zwaardvechter Duran en tovenares Angela, beestmens Kevin en priesteres Charlotte en tenslotte dief Hawkeye en amazone Riesz. Speel je liever met een andere combinatie? Niet erg, maar dan mis je wat dialogen en cutscenes.

Ieder personage kan twee keer in het spel zijn ‘class’ upgraden, wat nieuwe vaardigheden, krachten en eigenschappen oplevert. Zowel de eerste als de tweede keer heb je de keuze uit een ‘light’- en een ‘dark’-variant. Ieder spelfiguur heeft dus vier mogelijke eindvarianten (licht-duister, duister-licht, licht-licht en duister-duister).

Je zult het spel meerdere keren moeten spelen om ze allemaal te zien: door een bepaalde variant te kiezen, sluit je andere klassen en daarmee eigenschappen uit.

Ouderdom

Toch wil ik de mogelijkheden van deze oude game niet overdrijven. Op internet vind je weliswaar ellenlange overwegingen over de voor- en nadelen van iedere klasse en hoe ze met elkaar combineren, maar de tweede en laatste transformatie vind pas aan het einde van het spel plaats. Met andere woorden: je bent dan toch al bijna klaar. Bovendien ben je tegen die tijd zó sterk dat het weinig verschil meer maakt.

Er zit verder geen moreel aspect aan je keuze voor een bepaalde klasse. Tweemaal het duistere pad kiezen maakt je personage geen slechterik; er zit alleen verschil in de vaardigheden die je tot je beschikking hebt. Het grootste deel van het scenario staat gewoon vast. Er zijn een paar punten in het spel waarop het ene verhaal afwijkt van het andere, maar uiteindelijk komt het neer op een bozerik die de wereld wil veroveren.

Het vechten is met name in het begin wat eentonig. Je kunt nog niets anders dan slaan met je wapen en dat doe je dan ook héél vaak. Pas tegen de helft van het spel krijgen je karakters meer vaardigheden, waardoor het vechten tegen de eindeloze stroom weerwolven, zombies, konijnen, reptielen, insecten, spoken, kwaaie tomaten en andere koddige killers wat afwisselender wordt.

En om nog even door te zeuren: het gedetailleerde 2D-artwork is soms iets teveel van het goede. De graphics krijgen dan een overmatig barokke uitstraling waar je in verdwaalt.

Van de bucketlist af

Bij het spelen dacht ik soms terug aan mijn kennismaking met Terranigma een paar jaar geleden. Dat is een andere SNES-game in hetzelfde genre die meer wist te boeien dankzij een volwassener verhaal en afwisselender gameplay.

Ondanks deze kritiek is het nog steeds de moeite waard Trials of Mana te spelen. Met name de indrukwekkende eindbazen die het hele scherm vullen, brachten geregeld een glimlach op mijn gezicht. Ik heb er veel plezier aan beleefd in corona-tijd en ben blij dat ik deze titel na meer dan twee decennia van mijn bucketlist kan schrappen.

Een wereldkaart voor avonturiers

Extra leuk aan games als Zelda en Secret of Mana ‘back in the day’ was dat ze vaak werden geleverd met een heuse wereldkaart. Dat vergemakkelijkte het navigeren door de spelwereld, maar vooral prikkelden dergelijke kaarten de fantasie: wat zou je allemaal gaan ontdekken bij de stipjes op de kaart?

Voor Trials of Mana ontbreekt een dergelijke officiële kaart. Er zijn online wat zelfgemaakte exemplaren te vinden, maar die vind ik niet gedetailleerd genoeg of ronduit onduidelijk. Daarom ben ik zelf maar aan de slag gegaan, het resultaat zie je hieronder en is te downloaden als afbeelding of pdf. De kaart is inmiddels opgenomen op gamefaqs.com en fantasyanime.com, waar ik de oorspronkelijke, ‘kale’ afbeelding vandaan heb.

PS: ben je niet zo van de antieke games en speel je liever iets nieuws? Er is een volledige 3D-remake van Trials of Mana beschikbaar voor Playstation 4, Nintendo Switch en Steam.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.