RPG’s voor de Super Nintendo (7): Must play – Japan
Wat zijn de beste RPG’s die alleen in Japan zijn uitgebracht voor de Super Nintendo (die daar Super Famicom heette)? Dat lees je in dit overzicht. Ik vermeld heruitgaven en ge-update versies voor latere systemen. Met name bij de beste Japanse RPG’s zie je dat ze later vaak opnieuw zijn uitgebracht, zelfs in het westen.
Seiken Densetsu 3
Als je één RPG gaat spelen die Japan nooit heeft verlaten, laat het dan Seiken Densetsu 3 zijn. Dit is de opvolger van Secret of Mana. Nooit zag je charmantere 16-bit graphics dan hier, de muziek is prachtig en zeker als je de voorganger kent is het een feest om bekende elementen in een nóg mooier jasje te zien.
Aan het begin van het spel stel je uit zes personages een team van drie samen. Ze hebben allemaal een unieke verhaallijn, maar je kiest altijd één hoofdpersonage. De twee andere karakters zijn ter ondersteuning. Je hebt de keuze uit een ridder, dief, priesteres, beestman, tovenares en amazone.
Halverwege het spel kun je de klasse van je personages twee keer upgraden met een licht of donker aspect. Iedere combi speelt nieuwe vaardigheden vrij, maar je sluit door je keuze ook mogelijkheden uit. Met zes personages die ieder vier verschillende kanten kunnen opgroeien, is het spel op allerlei manieren speelbaar.
Qua verhaal zijn niet alle teamsamenstellingen even gelukkig: de combinatie van de personages Hawkeye, Lise en een willekeurige derde komt het beste uit de verf, als ik de discussies hierover op website Gamefaqs mag geloven.
Hoewel deze prachtig uitziende game zo’n beetje hét symbool is geworden voor alle spellen die wij in het westen moesten missen, durf ik te zeggen dat voorganger Secret of Mana nét even beter is. Het vechtsysteem is daar diepgaander en geeft je meer controle over je karakters. In Seiken Densetsu 3 ben je tijdens gevechten vooral op de knoppen aan het rammen. Ga de game ondanks deze milde kritiek gewoon spelen.
Secret of Mana kon je met behulp van een multi-tap met z’n drieën spelen. Die mogelijkheid heb je hier helaas niet: ook al lopen er drie karakters over het scherm, de derde wordt altijd door de computer bestuurd. Al bestaat er natuurlijk een hack die het tóch mogelijk maakt met z’n drieën aan de slag te gaan.
Seiken Densetsu 3 is één van de eerste spellen die door een fan is vertaald uit het Japans, in dit geval door Neill Corlett, een ‘god in the emulation community’ en tegenwoordig schijnbaar werkzaam bij Google in New York. Het spel is heruitgegeven als onderdeel van Seiken Densetsu Collection voor de Nintendo Switch, maar alleen in Japan.
Update 2019: Bovengenoemde collectie, met daarin de eerste drie games in de reeks, is dit jaar alsnog naar het westen gekomen. Een bijzondere verrassing dat Seiken Densetsu 3 zo’n 23 jaar na de Japanse release alsnog officieel is vertaald, compleet met nieuwe titel: Trials of Mana. En alsof dat nog niet genoeg is, komt volgend jaar ook een 3D-remake uit.
Tales of Phantasia
De eerste game in wat een langlopende reeks zou worden. Samen met Bahamut Lagoon, Seiken Densetsu 3 en Star Ocean was dit één van de eerste Japanse Super Famicom-RPG’s waar hackers op doken om te (laten) vertalen.
Tales of Phantasia ziet er fantastisch uit en vergt het uiterste van de console. Ik ben een groot liefhebber van ouderwetse pixel art en in dit spel zijn sommige schermen ware kunststukjes. Vogels vliegen over, de reflectie van je personages weerspiegelt in een plas water (hun voetstappen laten het water opspatten als ze er doorheen lopen) en windvanen draaien loom hun rondjes op de daken van huizen.
In tegenstelling tot Star Ocean en Bahamut Lagoon, waar ik de graphics door de vele details soms wat te druk vindt, is alles hier overzichtelijk. Nadeel is dat de kleuren wat fletser zijn dan in bijvoorbeeld Secret of Mana, Seiken Densetsu 3 en Terranigma.
In Tales of Phantasia heb je controle over de jongen Cless Alvein (Cress Albane in een latere, officiële heruitgave). Hij beleeft een groot avontuur waarin hij met enkele strijdmakkers zowel honderd jaar naar het verleden reist als vijftig jaar in de toekomst, met het doel de gevaarlijke heerser Dhaos voor eens en voor altijd uit te schakelen.
De gevechten in Tales of Phantasia zijn erg leuk. Het aanzicht tijdens gevechten is van opzij, voor zover ik weet is dat uniek in een dergelijke game. Je bestuurt alleen Cless, de andere personages worden door de computer aangestuurd. Je kunt hen wel opdracht geven magie te gebruiken of een andere positie in te nemen. Door knoppencombinaties voer je verschillende aanvallen uit voor dichtbij en veraf.
Er zijn behoorlijk veel random encounters, semi-willekeurige momenten waarop je moet vechten. Aan de ene kant is dat niet erg omdat het vechtsysteem vermakelijk is, maar de gevechten duren een beetje lang. Dat haalt de vaart soms uit je verkenningstocht.
De onofficiële vertaling komt uit 2001 en is van DeJap Translations, die daarna ook Bahamut Lagoon en Star Ocean voor hun rekening namen. De vertaling is bekritiseerd omdat er onnodig veel grof taalgebruik in zou zitten, dat veel explicieter is dan de subtiele Japanse humor uit het origineel. Ik vond dat wel meevallen, maar ik heb nog niet alles gezien. Zo hoorde ik dat er ergens over één van de vrouwelijke personages wordt gezegd ‘I bet she fucks like a tiger’. Zulke vuilbekkerij past slecht bij de sfeer van de game.
Tales of Phantasia is wereldwijd voor de Game Boy Advance heruitgebracht. Remakes voor de Playstation en Playstation Portable zijn in Japan gebleven.
Star Ocean
De meeste Japanse RPG’s spelen zich af in een middeleeuws aandoende, Tolkien-achtige fantasiewereld. Star Ocean van ontwikkelaar Tri-Ace doet het anders en maakt er een soort Star Trek van. Het verhaal begint nogal standaard: de jongen Ratix en zijn vrienden moeten op zoek naar een geneeskrachtig kruid om hun dorpsgenoten te helpen die in steen zijn veranderd.
Net voordat ze het medicijn vinden, komen vreemde wezens met geavanceerde wapens en apparatuur naar beneden ge-beamed. Het zijn mensen van de planeet aarde die uitleggen dat de verstening een biologisch wapen is van een vijandig ras. Een paar goedbedoelde kruiden gaan dus niet helpen. De nieuwkomers nodigen Ratix en zijn vrienden uit in hun ruimteschip om de ziekte te ontlopen en samen een oplossing te vinden.
In de oude Star Trek-series begaven de bemanningsleden van de Enterprise zich geregeld incognito onder een technologisch minder ver ontwikkelde beschaving. Het plot van Star Ocean lijkt daar een beetje op. Je leert later in de game zelfs tijdreizen, ook iets dat vaak voor kwam in Star Trek.
Het ziet er mooi uit, al vind ik de graphics niet zo tof als in Chrono Trigger of Seiken Densetsu 3. Het oogt wat fletser en een beetje te druk naar mijn smaak. De originele game had een compressiechip om alle details in de kleine cartridge te persen. Het duurde daarom even voordat deze game fatsoenlijk speelbaar was op emulators.
Interessante toevoeging zijn de ‘private actions’ als je een dorp of stad bezoekt. De personages splitsen zich dan op en als speler kom je meer over hen te weten en verdiep je de onderlinge relaties. Dat kan gevolgen hebben voor de rest van het spel.
Gevechten zijn er natuurlijk ook. Deze verlopen in real time, maar je geeft commando’s in plaats van dat je karakters automatisch bestuurt. Ze roepen constant in het Japans wat ze gaan doen. Ik zou daar persoonlijk heel goed zonder kunnen, maar al die ingeblikte stemmen in een 16-bit game zijn best knap.
Dit spel is in 2008 wereldwijd -óók in Europa- heruitgebracht op de Playstation Portable (PSP) als Star Ocean: First Departure. Die versie is verrijkt met geanimeerde cutscenes en combineert 2D-personages met 3D-omgevingen. Er volgden nog veel meer games in deze reeks: in 2016 zag deel 6 het licht voor de Playstation 4.
Tactics Ogre: Let Us Cling Together
Er zijn weinig strategische RPG’s uitgebracht voor de Super Nintendo in het westen. Dit zijn games die nog wat complexer zijn dan ‘gewone’ RPG’s en tijdens gevechten meer planning vereisen.
Je bestuurt doorgaans een grotere groep strijders, moet rekening houden met loopafstand, weersomstandigheden, bereik en terrein. Als een van je krijgers sneuvelt, ben je die meestal voorgoed kwijt als je niet uitkijkt.
Daarnaast is het zinvol op allerlei statistieken en attributen te letten van je karakters: welke wapens bij een spelfiguur passen, hoe goed hun conditie is en onder welk element of sterrenbeeld ze zijn geboren. Bij Tactics Ogre: Let Us Cling Together is het niet anders.
Als je van de games in dit genre er ééntje gaat spelen, zorg dan dat het deze is. Het gevechtssysteem houdt je maanden bezig en het verhaal zit vol intriges, politieke machinaties en persoonlijke vetes. Het is erg goed vertaald door het hackerscollectief Aeon Genesis, dat voortbouwde op eerdere pogingen. De vertaling is pas sinds 2010 beschikbaar.
De game speelt zich af in Valeria, een land waar drie facties strijden om de macht nadat de rechtmatige koning overlijdt zonder troonopvolger. De troonpretendenten bedienen zich van dubieuze tactieken zoals etnische zuivering en steun van buitenlandse machthebbers om de strijd te winnen.
Broer en zus Denim en Kachua Powell hebben zo’n zuivering overleefd. Zij zweren wraak en als speler bestuur je hen en de soldaten onder hun commando. Op bepaalde momenten maak je keuzes die leiden tot één van de verschillende eindes. Die zijn niet allemaal happy, dus je moet goed opletten.
Tactics Ogre vertelt een serieus verhaal, waar de cartoonesk getekende figuren wat koddig bij afsteken. Maar dat is bij veel RPG’s uit dit tijdperk het geval. De mooie portretten van de karakters die je tijdens dialogen ziet, passen wat dat betreft beter.
De muziek is prachtig, vooral heel erg bombastisch. Grafisch lijkt het enorm op Final Fantasy Tactics voor de Playstation, dat door hetzelfde team is gemaakt.
De game verscheen met wat kleine updates op de Sega Saturn en de Playstation, maar de ultieme versie kwam in 2010 wereldwijd naar de PSP. Die was grafisch verbeterd, had een vernieuwde soundtrack en kleine wijzigingen die het spel gebruiksvriendelijker maakten. Desondanks is ook de 16-bit versie nog steeds goed speelbaar in de onofficiële vertaling.
Treasure of the Rudras
Iedere 4000 jaar verwoesten de goden de heersende beschaving op aarde. Vier beschavingen gingen het mensenras al voor, over vijftien dagen is het onze beurt. Jouw taak om het noodlot af te wenden. Dat is in een notendop het plot van Treasure of the Rudras, of Rudra no Hihou op z’n Japans. Je hebt de controle over drie personages met ieder hun eigen scenario. Als je ze alle drie hebt voltooid, volgt de vierde en laatste.
Het meest in het oog springende element van Treasure of the Rudras is het magiesysteem. Je maakt in dit spel je eigen spreuken (‘mantra’s’) door woorden en lettergrepen aan elkaar te koppelen. Zo is het mantra Lef een spreuk waarmee je één teamgenoot kunt genezen. Door er -na achter zetten krijg je Lefna, een spreuk die je héle team geneest. Door daar weer u- voor te zetten krijg je Ulefna, een krachtiger versie van de team-genezingsspreuk.
De originele versie werkte uiteraard met Japanse tekens, het systeem was haast onmogelijk naar ons Latijnse alfabet te vertalen. Uiteindelijk is het toch gelukt door de onvermoeibare club Aeon Genesis in 2003, onder leiding van hacker Gideon Zhi. Die heeft er door de jaren heen nog flink aan gesleuteld. De laatste versie is van 2015.
Nieuwe mantra’s of aanvullingen daarop krijg je soms gratis en voor niets van een weldoener. Vaker moet je ze kopen of vinden op moeilijk bereikbare plekken. Let goed op de mantra’s die vijanden gebruiken, want die kun je gewoon overschrijven en zelf gebruiken. Het leverde mij een leuke spreuk op die een gigantische stenen plaat doet neerdalen op de hoofden van tegenstanders.
Experimenteren loont: een poging van mij om lollig te doen met Abra (van abracadabra) leverde een goede bliksem-spreuk op. Onsuccesvolle combinaties resulteren in mantra’s die ineffectief zijn of hoge kosten met zich meebrengen voor een gering effect.
Als je slim bent, houd je een boekje bij de hand waar je mantra’s in noteert. Je kunt ze in het spel namelijk niet onbeperkt opslaan. Natuurlijk hebben slimmeriken het systeem gekraakt en verklappen zij op internet de allerbeste mantra’s. Handig, maar er zelf mee prutsen is juist één van de aardigste elementen van de game.
Het spel ziet er fantastisch uit, het spritewerk en de animaties zijn super gedetailleerd en er zit behoorlijk wat vaart in. Maar hoe bijzonder Rudra ook is, ik zou er pas aan beginnen als je de ‘grote drie’ Chrono Trigger, Final Fantasy III en Secret of Mana hebt uitgespeeld. Er is geen heruitgave beschikbaar, je moet ‘m emuleren of de originele Japanse versie spelen.
Live-a-Live
Live-a-Live (spreek uit: ‘live alive’) is een onconventioneel maar erg onderhoudend spel dat zeven verschillende verhalen vertelt die met elkaar samenhangen. Aan het begin van de game kun je kiezen welk scenario je als eerste wilt spelen. Wanneer je er één hebt voltooid, keer je weer terug naar het selectiescherm en kies je de volgende.
Ieder afzonderlijk verhaal kent een andere hoofdrolspeler, tijdperk en grafische details. Zo speel je “The Sundown Kid” in het Wilde Westen, een kungfu-monnik in het oude China, een ninja in feodaal Japan en een robotje dat in de verre toekomst meereist in een ruimteschip.
Hoewel de gameplay in principe in elk scenario hetzelfde is, ligt de nadruk elke keer op een ander spelelement. Zo is er een verhaal over een worstelaar waarbij je voornamelijk aan het vechten bent. Het robotkarakter heeft dan weer bijna geen gevechten: in zijn verhaal staat exploratie op de eerste plaats. Dan is er nog een holbewoner die leeft in een tijd zonder taal. Hier wordt alles aan de speler gecommuniceerd door middel van geluiden, gezichtsuitdrukkingen en symbolen in tekstwolkjes.
Ieder karakter is door een andere manga-artiest bedacht. Soms met een vette knipoog naar het genre zelf, zoals in het scenario van de motorrijder Akira die over psychokinetische gaven beschikt. Ook in andere scenario’s volop referenties naar populaire cultuur: van beroemde bandieten uit Westerns tot een confrontatie met een Hulk Hogan-lookalike in het worstelverhaal.
Als je de eerste zeven scenario’s hebt uitgespeeld, begint het achtste scenario, waarin je de bad guy ontmoet. Dat verhaal is de verbinding met de eerste zeven en je kunt als speler tijdens het negende en laatste hoofdstuk zelf kiezen of je voor het goede of het slechte einde gaat. Die keuze is afhankelijk van je sympathie voor enerzijds de helden of anderzijds de tragische slechterik.
De eerste onofficiële vertaling kwam al in 2001 uit. In 2008 verscheen een upgrade die niet alleen foutjes en bugs verwijderde, maar ieder scenario van een eigen lettertype voorzag. Zoals een karakteristiek ‘western-lettertype’ voor het cowboyverhaal en een lettertype dat aan Chinese tekens doet denken voor het scenario van monnik Xin Shan Quan.
De graphics zijn niet heel bijzonder, maar door al die verschillende personages en locaties wel heel gevarieerd. Als Earthbound je bevalt, moet je deze ook eens proberen. Daarvoor moet je een Japanse heruitgave voor de Wii U of Nintendo 3DS opsnorren als je de taal machtig bent. Anders ben je op de onofficiële vertaling aangewezen.
UPDATE 2022: Er is een heuse remake van Live-a-Live uitgekomen voor Nintendo Switch. Zoals het cliché luidt: beter 28 jaar later dan nooit.
Marvelous: Another Treasure Island
Dé verrassing van dit overzicht, al smokkel ik een beetje. Dit is namelijk geen echte RPG maar eerder een avonturen/puzzelspel. SNES-kenners die Marvelous: Mouhitotsu no Takara-jima spelen (De titel is een verwijzing naar Schateiland van Robert Louis Stevenson), merken meteen dat het erg lijkt op The Legend of Zelda: A Link to the Past. De graphics, de muziek, geluidseffecten en besturing doen zo sterk denken aan Zelda dat je bijna gelooft dat het om een ingenieuze hack gaat.
Maar Marvelous is helemaal officieel. Deze titel uit Nintendo’s eigen stal kwam pas eind 1996 uit in Japan. Nintendo was toen al volop bezig de Nintendo 64 te promoten en zag er vanaf deze game uit te brengen op de westerse markten. Het is lang verborgen gebleven voor retro-gamers: de onofficiële vertaling kwam pas in 2016 beschikbaar.
Marvelous gaat over een zomerkamp op een ogenschijnlijk verlaten eiland. De rust wordt ruw verstoord door een bende piraten. De rovers zoeken een schat die wordt bewaakt door een stel apen. Eén van die aapjes duwt drie jonge kampdeelnemers sleutels in handen waarmee ze schatkisten op het eiland kunnen openen. Als speler heb je de controle over de drie jongens en gebruik je de voorwerpen uit de schatkisten om verder te komen.
De ene krijgt bijvoorbeeld een hengel om hendels buiten bereik over te halen. De ander kan met z’n duikbril verloren voorwerpen uit het water opvissen en de laatste bereikt hoge snelheden met zijn sportschoenen. Die laatste vaardigheid speelt bijna precies hetzelfde als de Pegasus Boots uit Zelda.
Sommige puzzels vereisen dat je één karakter vooruit stuurt en de rest laat wachten. Zo kan de lange slungel bijvoorbeeld over gaten springen waar de andere twee (respectievelijk klein en dik) niet overheen kunnen. Je moet dan met de lange op zoek naar een alternatieve ingang voor de achterblijvers.
Het drietal kan gezamenlijk zware obstakels uit de weg tillen, of op elkaars schouders staan om hoger gelegen delen te bereiken (opletten wie het meeste gewicht tilt, anders dondert je menselijke toren uit elkaar). Als je team is opgesplitst, kun je ze met een fluitje of walkie-talkie weer bij elkaar brengen. Het heeft iets weg van The Lost Vikings, een ander puzzelspel met drie karakters die elkaars vaardigheden aanvullen.
Marvelous is niet zo’n groot spel, je speelt het in een paar avondjes uit. Met name voor de volwassen speler met weinig tijd een verademing. Helaas is er geen officiële westerse heruitgave, emuleren lijkt de enige optie om deze titel te spelen.
Door naar de nice to play-RPG’s of alvast naar de RPG’s die je mag overslaan (Japan).
De overige delen in de serie: