Stateside (10): Potlucks, roadtrips en hiken in de bergen
Donderdag 4 december 2008
De laatste dagen op UCSB. De gedachte aan het naderende einde -sorry voor de dramatiek- maakt melancholisch. De collegereeksen zijn afgelopen, de meeste papers ingeleverd en ik heb nog maar een handvol toetsen te maken. Wanneer ik met Amerikaanse studenten praat die me vragen of ik het in Californië naar mijn zin heb, komt het gesprek uiteindelijk altijd uit op m’n vertrek. “Ooh noooo, that sucks!” is het antwoord wanneer mensen horen dat het er hier al bijna op zit.
De meeste internationale studenten kunnen een heel jaar blijven, maar voor de Utrechters zit dat er niet in. Ligt aan de aard van de overeenkomst die mijn Uni met UCSB heeft. Jammer maar helaas. Nog anderhalve week en dan moet ik opgerot zijn. Letterlijk. Mijn laatste tentamen heb ik op zaterdagmiddag en amper een etmaal later moet ik de sleutels van mijn inmiddels legendarische woning aan 6550 El Colegio Road, nummer 5128 inleveren.
Een soort Hyves
Een schrale troost: huisgenoot en goede vriend Dylan vertrekt ook. Hij had de keuze om langer te blijven, maar na wekenlang getwijfeld te hebben tussen UCSB en zijn vriendin in Nieuw-Zeeland, heeft hij toch gekozen voor die laatste. Dezelfde Dylan heeft op Facebook (een profielsite vergelijkbaar met Hyves*) een “appreciation society” voor me opgericht waar de beschrijving van mijn persoonlijkheid als volgt luidt:
“The man is, quite simply, a legend in his own time. He has brightened our days here at UCSB with inappropriate comments, an irreverent sense of humour, his smooth operating ways and general Dutchness. When he is gone after this quarter, he will be sadly missed. Who will make us laugh? Make us cry? Make us love? But the legend…the legend will live on forever.”
Nieuw-Zeelanders zijn in dat opzicht net als Engelsen, je weet nooit of ze je complimenteren of beledigen.
De peperdure, maar afgebrande huizen van beroemdheden in het nabijgelegen Montecito smeulen nog na van de bosbrand die een paar weken geleden woedde. Het blijkt nu dat deze is veroorzaakt door studenten van het naburige Santa Barbara City College, die een kampvuur midden in een droge, bosrijke omgeving met veel wind een goed idee vonden. Volgens mij is één van mijn professoren flink geraakt door de brand, maar hij heeft er niets over willen vertellen. Dat neemt niet weg dat deze man een geweldige collegereeks over internationale politieke economie heeft gegeven.
Hij belt later wel terug
Het enige nadeel als je een professor met zo’n goede reputatie hebt, is dat tijdens colleges zijn mobieltje geregeld afgaat. Dan zijn het journalisten die bellen om ergens zijn mening over te horen, met name over de economische crisis natuurlijk. Hij wimpelt ze af, maar kan het niet nalaten zijn studenten te laten weten dat het een journalist was. Soms is het zijn vrouw en heel af en toe de verzekeringsmaatschappij, dan fluistert hij “I’m in the middle of a lecture right now”, hangt op en vervolgt zenuwachtig zijn verhaal.
Andere docenten hebben ook een blijvende indruk achtergelaten. Hun betrokkenheid bij de studenten is groot, net als de wil om hen te motiveren. De professor van American Immigration wil een aanbevelingsbrief voor me schrijven. De cynische Australiër die in Nieuw Zeeland is opgegroeid (of was het andersom?) van Intercultural Communication heb ik het één en ander bijgeleerd over Nederland en dankzij de dame die de cursus over het Midden-Oosten geeft, mocht ik een groep Amerikaanse en internationale studenten vertellen over hoe Europa over de uitverkiezing van Barack Obama dacht. Een zware last om een heel continent te vertegenwoordigen, maar voor Amerikanen is Europa blijkbaar één pot nat.
Verschillende achtergronden
Toch zijn veel stereotypen die ik had aan diggelen gegaan. Het lijkt in het begin alsof je in een Amerikaanse film bent beland en dat is soms nog steeds zo, maar zodra je verder kijkt dan je neus lang is, ontdek je de diversiteit van de bevolking hier, je leert de op het eerste gezicht ‘oppervlakkige’ vriendelijkheid waarderen, je ontdekt de onzekerheden die ze hebben over de toekomst en de nieuwsgierigheid naar andere culturen.
Als je mijn lijst met vrienden op Facebook bekijkt, dan zou je aan de namen niet kunnen zien wie Amerikaan is en wie niet. Het is een zeldzaamheid om een Amerikaan te treffen wiens beide grootouders zijn geboren in de VS. Voor elke Amerikaan die een ‘gewone naam’ als Burns of Carlson als achternaam heeft, vind je een Contreras, een Nguyen, een Castro, een Espinosa, Horwitz, Klimuszko, Tanizawa, Chang Hwang of Jarjour. En dat noemen ze hier geen ‘allochtonen’.
Het grote verschil met Europa is dat je in de VS automatisch een Amerikaan bent wanneer je er wordt geboren. Maar de verwachtingen zijn stukken hoger dan in Nederland: het is geld verdienen of de bedelstaf.
Dinner party met zuurkoolstamppot
Over andere culturen gesproken: de afgelopen maanden heb ik mensen leren kennen uit zoveel verschillende landen, dat ik bij wijze van spreken overal in de wereld op bezoek kan. Wij internationals zijn maar één procent van het totaal aantal studenten, maar iedereen schijnt elkaar te kennen. Dat leidt bijvoorbeeld tot ‘potlucks’, wat wij kennen als een Amerikaanse fuif. Iedereen kookt een gerecht of neemt drank/snoep/chips mee naar een van tevoren afgesproken plek, waar alle deelnemers vervolgens van elkaars eten kunnen graaien.
In ons geval heette dat een ‘international dinner party’ waar je Japanse curry kon afwisselen met Zweedse specialiteiten en Franse desserts. Samen met Liesbeth, een andere Utrechtse student, heb ik deze wereld in het klein kennis laten maken met zuurkoolstamppot.
Spaans erfgoed
De weken na Halloween zijn hectisch geweest. Niet alleen stapelde het schoolwerk zich op, ik was ook genoodzaakt vooruit te werken vanwege een paar niet-te-missen uitstapjes. Zo ben ik twee keer de nabijgelegen Santa Ynez-bergen ingegaan voor een wandeltocht. Net op tijd, want een paar dagen later ging een deel van de bossen in rook op vanwege de bosbranden.
Op één van de hikes bezochten we de missie van Santa Barbara. Zoals elke plaats in Californië die begint met ‘San’ of ‘Santa’, is Santa Barbara begonnen als missie van waaruit Spaanse missionarissen trachtten de lokale Chumash-indianen tot het Christendom te bekeren. Op die Spaanse roots zijn ze trots in de stad: veel straatnamen zijn in het Spaans, een lokale wet stelt dat elk huis er mediterraans uit moet zien met witte muren en rode daken en één keer per jaar is er een ‘Spanish Festival’. De missie is de trots van de stad en doet nog steeds dienst als -drukbezochte- katholieke kerk.
Footballwedstrijd in Berkeley
Ook een tweede roadtrip zorgde ervoor dat ik vooruit moest werken om de deadline te halen: een reis terug naar het noorden om een American ‘college’ footballwedstrijd te zien tussen onze collega’s van UC Berkeley tegen hun grote rivaal Stanford Cardinals. Een geweldige ervaring, want een footballwedstrijd is niet zomaar sport, het is een groots evenement. Fanfareorkesten, cheerleaders, vuurwerk en natuurlijk tientallen uit de kluiten gewassen beren die een gekgevormde bal naar de andere kant van het veld moeten zien te krijgen. Vraag me niet naar de regels, want die zijn onbegrijpelijk. De spelers zijn in elk geval in de minderheid op het veld, want er zijn zoveel coaches, scheidsrechters, verzorgers, cameramensen, fotografen en beveiligers dat je af en toe niet weet waar je moet kijken.
Amerikanen vinden het allemaal prachtig en wij genoten die dag mee. Je zou in Nederland nogal wat moeite hebben om voor een sportwedstrijd tussen twee universiteiten 70.000 man publiek (een uitverkocht stadion) op de been te krijgen. ‘Ons’ team won dik, dus dat was reden voor extra feest. Het was bovendien leuk om een andere campus van de universiteit van Californië te zien. De studenten van het hoog aangeschreven Berkeley zien UCSB’ers vaak als hun feestgrage, onvolwassen broertjes en zusjes. Of dat beeld klopt? Laat ik er maar niks over zeggen. Berkeley is ‘s avonds in elk geval een stuk rustiger, zelfs na winst van hun eigen team.
Kalkoen eten in Yosemite
Op de vierde donderdag van november gaan de meeste Amerikaanse studenten naar hun ouders om zichzelf met gezin, familie en vrienden helemaal ongans te vreten aan kalkoen. Dat heet Thanksgiving en het is oorspronkelijk een oogstfeest, maar heeft in Amerika de betekenis van een dankbetuiging aan Indianen die de eerste Engelse kolonisten van voedsel en overlevingstips voorzagen. Samen met een grote groep internationale studenten ben ik tijdens dit lange weekend naar het nationale park Yosemite geweest.
Om dit natuurgebied te beschrijven kan ik allerlei loze woorden als ‘schitterend’ en ‘indrukwekkend’ gebruiken, maar ik denk dat de foto’s voor zich moeten spreken. Als dat kan… je moet dit park, één van de beroemdste en mooiste plekken natuurschoon in de wereld, eigenlijk zelf zien om het op waarde te kunnen schatten.
Wat ligt er nog in het verschiet? Vandaag ga ik naar Los Angeles om een concert van Oasis bij te wonen en aankomende woensdag sluiten de UCSB-studenten het eerste deel van het jaar af met een ‘undie-run’, waar honderden van ons in onze onderbroeken een mijl over de campus en door Isla Vista rennen om de rebelse sfeer die deze school kenmerkt, te vieren. We crashen dit weekend nog één keer een feest in IV, waarna we ons op de laatste tentamens gaan richten. Als alles achter de rug is, volgen meer avonturen, maar daarover later meer….
PS: ken je Hannah-Beth Jackson nog? De vrouw die in de race was voor een zetel in de staatssenaat heeft nét te weinig stemmen gekregen. Haar rivaal, de conservatieve Tony Strickland, gaat dus Santa Barbara county vertegenwoordigen in Sacramento, de hoofdstad van Californië. Voor als je dacht dat deze staat alleen maar progressivo’s huisvest.
*) Grappig tijdsdocument: in 2008 moest ik Facebook nog uitleggen als ‘een soort Hyves’.
Een overzicht met alle verhalen over mijn studietijd in de VS vind je hier.